Meerwaarde door analyse meldingen

Het eenduidig registreren van meldingen aan de hand van de SUF-MELD-methodiek zorgt ervoor dat meldingen een betrouwbare informatiebron worden. Deze informatie van uw eigen gemeente én andere gemeenten is op vele manieren te gebruiken. Hier volgen enkele voorbeelden en ideeën: Op basis van SUF-MELD-onderdeel I en II is een betere afweging te maken tussen proactief en reactief beheer. U kunt de effectiviteit van de technische afhandeling van meldingen (de acties) meten aan de hand van terugkeermeldingen bij hetzelfde object (op basis van SUF-MELD-onderdeel II). Zodra u meldingen registreert aan de hand van het object-ID, kunt u achteraf eenvoudig onderzoeken hoe vaak een melding op dezelfde plek terugkeert. Daaruit kunt u afleiden of de gekozen actie wel effectief was of dat wellicht aanvullende of alternatieve maatregelen nodig zijn. U zou het geleverde serviceniveau in uw gemeente kunnen meten op basis van SUF-MELD-onderdeel I en III. Meldingen zijn zeer geschikt om het door de inwoners en bedrijven ervaren serviceniveau in uw gemeente te volgen. Dit kan bijvoorbeeld door de DoFeMaMe te baseren op meldingen (zie tabel A voor enkele voorbeelden). Belangrijk aandachtspunt daarbij is de analyse van de toerekenbaarheid, zodat het verhelpen van de gemelde problemen op het bordje komt van de juiste verantwoordelijke. Zo kan wateroverlast binnenhuis zowel ontstaan door een verstopping in de gebouwriolering (verantwoording burger) als in de aansluitleiding (verantwoording gemeente). En wateroverlast buiten de woning kan het gevolg zijn van een verzakte weg voor een kolk (verantwoording wegbeheerder) of een verstopte kolk (verantwoording rioleringsbeheerder). Als rioleringsbeheerder moet u bij het gebruik van meldingen als meetmethode in uw DoFeMaMe dus ook de grenzen van uw eigen verantwoordelijkheid scherp definiëren. Gezamenlijk aan een database bouwen met per type oorzaakobject een set oorzaken van gemelde problemen en probleemobjecten (op basis van SUF-MELD-onderdeel II). Het SUF-MELD vormt de functionele specificatie voor het datamodel, waarin GWSW-MELD gaat voorzien. Het datamodel is de basis voor de database met meldingen die daarmee opgebouwd kan gaan worden. Uit dit kennisbestand kunt u leren over dominante faalmechanismen en de invloed van bijvoorbeeld materiaalgebruik, ontwerp en beheerwijze op deze oorzaken. Een voorbeeld is het verzamelen van alle meldingen over verstopte kolken en vervolgens onderzoeken welke factoren (zoals kenmerken (diep/ondiep), reinigingsfrequentie en aard van het afstromende gebied) bepalend zijn voor de meldingen. De uitkomst zou kunnen zijn dat in uw omstandigheden bepaalde typen kolken niet langer worden gebruikt. Normaliter verloopt dit leerproces alleen binnen een individuele gemeente, waardoor het lang(er) duurt voordat u voldoende informatie hebt voor een gedegen analyse. Doordat u uw meldingen via SUF-MELD kunt combineren met die van andere beheerders, groeit de database sneller en helpt u elkaar daarmee sneller te leren. De aantallen meldingen tussen gemeenten vergelijken (op basis van SUF-MELD-onderdeel I) Dit biedt de mogelijkheid om te zoeken naar correlaties tussen het aantal en soorten meldingen met allerlei kenmerken (bijvoorbeeld typen stelsels, grondslag, politieke kleur van de gemeenteraad, opleidingsniveau in uw organisatie, omvang van uw organisatie, populatiekenmerken, type bebouwing en budget van de rioleringszorg) en daaruit lering trekken. Eventueel kan dit leiden tot aanpassingen in het gevoerde beleid als de bestuurders vinden dat de gemeente te ver achterof vooroploopt. Veelvoorkomende veroorzakers in beeld krijgen (op basis van SUF-MELD-onderdeel III). Inzicht in de achtergrond van de veroorzakers van meldingen kunt u gebruiken, bijvoorbeeld om het probleem aan de orde te stellen als de veroorzaker een nutsbedrijf is. Of om de voorlichting en informatievoorziening aan (groepen) inwoners aan te passen als zij de veroorzakers zijn. Internationale literatuur laat zien dat in de VS na aanleg van aansluitingen op een openbaar gasnet 2% van de rioolhuisaansluitingen was doorboord door een gasleiding (Ariaratnam, 2014). Soortgelijke problemen kunnen ook in Nederland optreden bij grootschalige aanleg of vervanging van leidinginfrastructuur via ongestuurde boringen. Inzicht krijgen in de locatie van meldingen (zie figuur A). Door meldingen op een kaart te presenteren, krijgt u inzicht in de geografische spreiding van meldingen. Vaak is deze spreiding niet homogeen en zijn er plekken in uw gemeente waar relatief veel meldingen vandaan komen. Dit kan aanleiding zijn om rioolvervanging in een bepaald gebied naar voren te trekken of over te gaan op een intensievere vorm van beheer.