Inspectiemethode bij oplevering

Bij een opleveringsinspectie geldt geen specifieke inspectiemethode. In de RAW-standaard staat in paragraaf 25.17.01: "Tenzij het bestek anders vermeldt, omvat de opleveringsinspectie bij rioolaanleg ten minste:

  • een visuele inspectie met behulp van een rijdende camera voor het vastleggen van de conditie van riolen en putten;
  • het vaststellen van hoogteligging."

In het programma van eisen (bestek) en in het contract met de aannemer legt u vast hoe u de inspectie uitvoert en welke maatstaven u daarbij hanteert. Deze maatstaven gaan verder dan alleen de maatstaven bij visuele inspectie vanuit het riool. Aangezien de NEN-EN13508-2 ook in de toestandsregistratie van putten en andere bijzondere constructies voorziet, kunt u de toestand van deze objecten ook het best vastleggen en beoordelen. De RAW-standaard (hoofdstuk 25 Leidingwerk) kent (alleen) maatstaven voor:

  • de situering en diepteligging van het riool (geometrie);
  • de waterdichtheid van het riool;
  • de toestand van het riool (constructie en afstroming).

Algemene maatstaven bij opleveringsinspectie

Als u in het programma van eisen geen verdere eisen stelt, geldt de algemene bepaling dat de maatstaf bij opleveringsinspectie voor elk toestandsaspect conform de classifiacitiesystematiek classificatie 1 (= niet geconstateerd of conform de specificatie van klasse 1) moet zijn. Omdat met de productnormen van betonbuizen niet altijd een klasse 1 haalbaar is (dit hangt helemaal af van uw lokale omstandigheden), moet u zich terdege realiseren wat u in het programma van eisen omschrijft. Figuur A geeft een voorbeeld met een overzicht van de maatstaven bij opleveringsinspectie.

Figuur A voorbeeld opleveringsmaatstaven opleveringsinspectie (Bron: Stichting RIONED).Vergroot afbeelding

Herstelmaatregelen bij onvoldoende kwaliteit

In het programma van eisen moet ook staan wat de consequenties zijn als de aangelegde riolen niet aan de eisen voldoen. De beoordeling geeft daarmee dus ook antwoord op de vragen of maatregelen noodzakelijk zijn, wat de aard van de maatregelen is en binnen welke termijn de aannemer de maatregelen moet uitvoeren. Het antwoord op deze vragen is bijvoorbeeld ‘ja’, ‘opnieuw aanleggen’ of 'gedeeltelijk repareren' en ‘vóór het aanleggen van bovenliggende verharding of de (definitieve) oplevering van het werk’.

Het treffen van herstelmaatregelen moet natuurlijk wel mogelijk zijn. Vaak vindt een opleveringsinspectie pas plaats als het wegdek al is aangebracht. Dat is voor veel herstelmaatregelen te laat. Geef daarom in het programma van eisen aan wanneer de opleveringsinspectie moet plaatsvinden en dat vervolgwerkzaamheden pas na goedkeuring van het opgeleverde riool zijn toegestaan.

Gegevens opleveringsinspectie in beheersysteem vastleggen

Neem de gegevens vanuit een opleveringsinspectie in uw beheersysteem op met een speciale aanduiding, zodat duidelijk is dat het om de beginconditie (nulmeting) gaat. Een eventueel geaccepteerd gebrek legt u vast in de beoordeling, dit is de referentiewaarde van de aanleg. U kunt in het beheersysteem ook aangeven hoe u met het geaccepteerde gebrek omgaat, bijvoorbeeld jaarlijks de toestand controleren.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel