We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het Water- en rioleringsprogramma (Wrp) richt zich primair op de invulling en de uitvoering van de gemeentelijke watertaken. Maar de watertaken staan niet op zichzelf en de invulling ervan wordt beïnvloed door maatschappelijke ontwikkelingen.
Het stedelijk waterbeheer en de context waarin het zich afspeelt, is continu in beweging. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben directe invloed op het werkveld. Het werk van een beleidsmedewerker water en riolering bij een gemeente of waterschap is de laatste decennia sterk veranderd. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot de gemeentelijke watertaken. Klimaatvera
Het stedelijk waterbeheer en de context waarin het zich afspeelt, is continu in beweging. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben directe invloed op het werkveld. Het werk van een beleidsmedewerker water en riolering bij een gemeente of waterschap is de laatste decennia sterk veranderd. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen in relatie tot de gemeentelijke watertaken. Klimaatverandering Het klimaat verandert, met als gevolg een toenemende kans op weersextremen, zoals lange perioden van droogte, hitte, zware zomerse onweersbuien met extreme regen en langdurige neerslag in de winter. Deze weersextremen kunnen zorgen voor overlast en schade. Hevige regenval kan leiden tot wateroverlast en schade. Bij gemengde rioolstelsels kan de frequentie van overstortingen toenemen met als gevolg risico's op verslechtering van de waterkwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Ook kan grondwateroverlast ontstaan als gevolg van een verhoogde grondwaterstand door relatief trage grondwaterstroming en/of een periodieke toename van kwel. Perioden van hitte en droogte zullen vaker voorkomen, wat gevolgen zal hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving. Droogte beïnvloedt de grondwaterstand en de beschikbaarheid van grondwater als bron voor de drinkwaterproductie. Uitzakkende grondwaterstanden in droge perioden kunnen schade aan groen toebrengen, een ongelijkmatige bodemdaling versterken en schade aan gebouwen en infrastructuur veroorzaken. Hitte kan leiden tot directe gezondheidsklachten bij met name kwetsbare groepen, zoals zieken, kleine kinderen en ouderen. Daarnaast zorgt langdurige warmte onder meer voor opwarming van het oppervlaktewater, wat leidt tot meer waterplanten en algengroei en een verlaging van het zuurstofgehalte in de watergangen. Dat kan leiden tot een afname van de aquatische biodiversiteit en tot een toename van toxische bacteriën, met watervergiftiging tot gevolg. Het uitvoeren van een zogenaamde 'stresstest' helpt om de gevolgen van klimaatverandering inzichtelijk te krijgen. De uitdaging is om de bebouwde omgeving en het buitengebied zodanig in te richten dat de negatieve gevolgen van de effecten van weersextremen beperkt blijven. Hierbij gaat het niet alleen om de openbare ruimte, maar ook om particulier terrein. Ook inwoners, woningcorporaties, (agrarische) bedrijven, terreinbeheerders en maatschappelijke organisaties spelen een rol spelen bij het aanpassen van de leefomgeving. Ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijke adaptatie Het landelijk gebied en de bebouwde omgeving maken ontwikkelingen door. Hierbij is sprake van grote regionale verschillen. Als gevolg van de woningbouwopgave is sprake van een toenemende verdichting van de bebouwing door bijvoorbeeld inbreidingen. Tegelijkertijd vraagt klimaatadaptatie om meer ruimte voor berging van overtollig hemelwater, maatregelen in het kader van gevolgbeperking van overstromingen en het beperken van schade door hitte en droogte. Ook in de ondergrond is in toenemende sprake van een ordeningsvraagstuk. Voldoende grondwater wordt steeds belangrijker; dit staat door langere perioden van droogte onder druk. Het beperken van het gebruik van grondwater en het zoveel mogelijk infiltreren en vasthouden van water wordt steeds belangrijker. Energietransitie Om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en klimaatverandering te beperken, werken overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties aan de energietransitie. De energietransitie raakt ook de afvalwaterketen: Ruimte in de ondergrond: de toenemende vraag naar elektriciteit en het toewerken naar alternatieve warmtebronnen kan consequenties hebben voor de inrichting van de ondergrond in wijken en straten. Daarbij gaat het over de beschikbare ruimte voor bijvoorbeeld de aanleg van een warmtenet, maar ook om afstemming en regie over het moment waarop projecten in de ondergrond worden uitgevoerd. Dit kan consequenties hebben voor de ligging en het moment van vervangen van de gemeentelijke riolering. Hernieuwbare energie: de afvalwaterketen kent mogelijkheden voor opwekking van duurzame energie uit afvalwater. Circulaire economie Het sluiten van kringlopen en het beperken van afvalstromen staat hoog op de maatschappelijke agenda. Dit kan ook consequenties hebben voor de riolering en de afvalwaterketen. Hergebruik van huishoudelijk- en/of bedrijfsafvalwater kan als gevolg hebben dat er minder hoogwaardig drinkwater wordt gebruikt (waterhergebruik en -besparing), bijvoorbeeld in tijden van droogte. Het sluiten van de vuilwaterkringloop en het benutten van het effluent als grondstof vraagt om vergaande zuivering (hoogwaardig effluent). Ook materiaalgebruik en waardecreatie uit afvalwater is een thema dat bij de overheid, de markt en de inwoners in de belangstelling staat. Het terugwinnen van grondstoffen bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) kan de komende jaren verder worden ontwikkeld. Dat vraagt om 'dik' afvalwater met zo min mogelijk andere waterstromen, zoals grondwater door lekke rioolbuizen en foutieve aansluitingen van hemelwater en zo min mogelijk microverontreinigingen als gevolg van bedrijfsmatige lozingen. Datagedreven werken Datagedreven werken wordt steeds belangrijker, ook in het stedelijk waterbeheer. Door nieuwe en verbeterde meettechnieken, zoals sensortechnieken, mobiele toepassingen, radar- en satellietbeelden komen er steeds meer en betere digitale gegevens beschikbaar. Standaardiseren speelt hierbij een grote rol, zodat gegevens onbelemmerd kunnen worden uitgewisseld. Daarnaast zullen ook Artificial Intelligence (AI) en Machine learning hun intrede gaan doen in het stedelijk waterbeheer. Zuiveringstechnieken Door nieuwe zuiveringstechnieken verandert het denken over het omgaan met afvalwater snel. Met nieuwe technieken kan ook op kleine schaal afvalwater worden gezuiverd, kan worden ingespeeld op de effecten van klimaatveranderingen (bijvoorbeeld effluent inzetten tegen droogte) en kan energie worden teruggewonnen. Niemand kan voorspellen hoe de woonwijk van de toekomst eruitziet. Tegelijkertijd kennen veel investeringen in de riolering een lange technische levensduur. Een keuze in 2022 voor bijvoorbeeld rioolvervanging heeft daarmee grote consequenties voor de verre toekomst (periode na 2050). De uitdaging is om flexibiliteit te creëren in de afvalwaterketen (technisch én financieel), om in te kunnen spelen op nieuwe omstandigheden en inzichten. Samenstelling afvalwater: nieuwe stoffen In toenemende mate worden er stoffen in het afvalwater aangetroffen die niet (kunnen) worden verwijderd in de huidige rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het gaat hierbij om stoffen als medicijnresten, zware metalen, gewasbeschermingsmiddelen en een veelheid aan microverontreinigingen afkomstig uit consumentenproducten en bedrijfsprocessen. Deze nieuwe stoffen kunnen nadelige effecten hebben op de chemische en ecologische waterkwaliteit. Dat vraagt om specifiek onderzoek. De uitdaging is om te voorkomen dat deze nieuwe stoffen in de riolering, de ondergrond en het watersysteem terechtkomen. Dat vraagt om specifieke aandacht van het domein vergunningverlening-toezicht-handhaving (VTH). Sociaal-economische ontwikkelingen Sociaal-economische ontwikkelingen kunnen van grote invloed zijn op het stedelijk waterbeheer. De demografische ontwikkeling en de bevolkingsgroei verschillen sterk per regio. In een aantal delen van het land is sprake van demografische krimp. Een mogelijk gevolg hiervan is dat op termijn de lasten voor de uitvoering van de beheertaken door minder belastingbetalers moeten worden opgebracht, waardoor de tarieven zullen stijgen. Ook kan de druk op de ruimte afnemen, terwijl in gebieden met bevolkingsgroei de druk op de ruimte juist toeneemt. Tegelijkertijd is nog steeds sprake van een trek naar stedelijke gebieden. Dat zorgt voor een toename van afvalwater in steden. In sommige regio's 'vergrijst' de bevolking. De gevolgen hiervan voor het stedelijk waterbeheer zijn niet eenduidig. Een mogelijk gevolg kan zijn dat tuinen in toenemende mate worden verhard om daarmee de onderhoudslast voor de bewoners te verlagen. Ook kan vergrijzing zorgen voor meer medicijngebruik, waardoor er meer medicijnresten in het afvalwater en het oppervlaktewater terechtkomen, wat een bedreiging kan vormen voor de biodiversiteit en de drinkwatervoorziening. Verhouding tussen de overheid en haar inwoners Van een gemeente mag verwacht worden dat zij bij de invulling van haar gemeentelijke watertaken handelt vanuit een brede maatschappelijke afweging. Samenwerking tussen verschillende afdelingen binnen de gemeenten en met buurgemeenten en het waterschap (bijvoorbeeld in zuiveringskring of werkregio) is hierbij vanzelfsprekend. De gemeente handelt hierbij eenduidig en transparant en is goed toegankelijk voor inwoners en bedrijven. Tegelijkertijd kan een gemeente niet alleen alle negatieve gevolgen van bijvoorbeeld klimaatverandering tegengaan. Ook inwoners, woningcorporaties, (agrarische) bedrijven, terreinbeheerders en maatschappelijke organisaties spelen hierbij een rol. In de praktijk stimuleren veel gemeenten om die reden inwoners en bedrijven om deel te nemen aan gebiedsprocessen en zelf projecten te initiëren. De Omgevingswet vraagt om een andere manier van werken die uitgaat van samenwerking met alle betrokken partijen, waarbij wordt geluisterd naar de wensen vanuit de samenleving en waarbij oog is voor het waarborgen van kwaliteit. Inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties nemen steeds vaker het initiatief voor bijvoorbeeld het nemen van klimaatadaptieve maatregelen. Zij hebben daarbij wel vertrouwen en ondersteuning van de overheid nodig. De gemeente moet, vanuit haar taak om bijvoorbeeld veiligheid en volksgezondheid te waarborgen en het milieu te beschermen, aangeven wat wel en niet kan. Dat geldt ook voor de invloed van nieuwe initiatieven en ontwikkelingen op de directe omgeving. De gemeentelijke watertaken staan niet op zichzelf. Bovenstaande ontwikkelingen kunnen direct of indirect invloed hebben op de uitwerking van de gemeentelijke watertaken. Het Wrp is de plek om hier invulling aan te geven.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.