Lozingsroutes voor hemelwater

Een gemeente kan in het Water- en rioleringsprogramma (Wrp) specifieke lozingsroutes definiëren en/of een voorkeursvolgorde opnemen voor het omgaan met hemelwater. Dat kan generiek voor de hele gemeente of gebiedsgericht, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar kernen, wijken of stadsdelen. Het onderscheid kan de gemeente baseren op: de bodemgesteldheid en de mogelijkheden van infiltratie; de toestand van het grondwatersysteem in relatie tot functie en gebruik (fluctuatie, te hoog of te laag) de aanwezigheid en de kwaliteit van oppervlaktewater; de bouwdichtheid en/of ruimte in de ondergrond; de verhouding tussen de publieke en private ruimte, dat wil zeggen: hoeveel openbare ruimte is er beschikbaar om daar maatregelen te treffen, en wat kan er redelijkerwijs op privaat terrein? Bij een gebiedsgerichte voorkeursvolgorde voor de verwerking van hemelwater kan onderscheid worden gemaakt naar verschillende aspecten. De volgorde kan per kern, wijk of stadsdeel verschillen: opslaan en benutten op perceel; infiltreren op perceel; tijdelijk bergen en vertraagd (ondergronds) afvoeren naar het oppervlaktewater; tijdelijk bergen en vertraagd (ondergronds) afvoeren naar het regenwaterriool of het gemengde riool; tijdelijk bergen en vertraagd bovengronds afvoeren via het maaiveld naar het oppervlaktewater, een laagteberging en/of een infiltratievoorziening in de openbare ruimte. Naast een specifieke lozingsroute of een voorkeursvolgorde voor het omgaan met hemelwater kan een gemeente er ook voor kiezen om gebiedsgerichte eisen te stellen aan lozingen van hemelwater in de (druk)riolering (o.a. debiet). De inhoudelijke onderbouwing van deze eisen moet terug te vinden zijn in het Wrp. De vertaling van de eisen in juridisch bindende regels neemt de gemeente op in het omgevingsplan. Ten slotte kan een gemeente ervoor kiezen om gebiedsgerichte eisen te stellen aan infiltratie of een tijdelijke waterberging voor de eigen projecten in de openbare ruimte. Deze eisen kunnen vervolgens doorwerken in aanbestedingen van deze projecten. De inhoudelijke onderbouwing neemt de gemeente op in het Water- en rioleringsprogramma. De keuze voor specifieke lozingsroutes en een voorkeursvolgorde voor het omgaan met hemelwater maakt de gemeente bij voorkeur in overleg met het waterschap, gezien het belang voor de gemaalcapaciteit, de rioolwaterzuivering en het oppervlaktewater.