We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om de kwaliteit van uw gegevens te borgen, kunt u gebruikmaken van verschillende standaarden en richtlijnen. Daarnaast vindt u op deze pagina een tabel met daarin een overzicht van indicatoren en kwaliteitsdimensies die u als voorbeeld kunt gebruiken om de informatiekwaliteit binnen uw organisatie meetbaar te maken.
Voor het borgen van de kwaliteit van uw gegevens kunt u gebruikmaken van deze standaarden en richtlijnen: ISO/IEC 25012:2008. De ISO/IEC 25012:2008, een generiek datakwaliteitsmodel, vormt een belangrijke standaard voor gegevenskwaliteit. Deze standaard biedt ook een raamwerk van kwaliteitsdimensies. De standaard ISO/IEC 25012:2008 definieert 'gegeven
Voor het borgen van de kwaliteit van uw gegevens kunt u gebruikmaken van deze standaarden en richtlijnen: ISO/IEC 25012:2008. De ISO/IEC 25012:2008, een generiek datakwaliteitsmodel, vormt een belangrijke standaard voor gegevenskwaliteit. Deze standaard biedt ook een raamwerk van kwaliteitsdimensies. De standaard ISO/IEC 25012:2008 definieert 'gegevenskwaliteit' als 'de mate waarin de karakteristieken van de gegevens voldoen aan expliciete en impliciete behoeften onder gespecificeerde condities'. De standaard biedt ook een raamwerk van kwaliteitsdimensies. De standaard maakt onderscheid tussen: inherente gegevenskwaliteit: gaat over eigenschappen die onafscheidelijk verbonden zijn met de gegevens zelf; systeemafhankelijke gegevenskwaliteit: gaat over eigenschappen van de gegevens waarbij die eigenschappen afhankelijk zijn van het systeem waarmee ze worden ontsloten. In de ISO/IEC 25024 zijn de kwaliteitsdimensies uitgewerkt tot indicatoren. Met behulp van deze indicatoren kunnen de noodzakelijke metingen op een eenduidige wijze plaatsvinden. NEN-ISO 19157. Voor geo-informatie bestaat er een specifieke gegevenskwaliteitsstandaard: de NEN-ISO 19157. Deze standaard gaat alleen in op de inherente gegevenskwaliteit en niet op systeemafhankelijke gegevenskwaliteit. In de standaard wordt veel aandacht besteed aan de nauwkeurigheid van gegevens en aan geometrische aspecten van de gegevens. De standaard beschrijft het proces van kwaliteitsmeting, evaluatie en rapportage. ISO 5725-1:1994. De ISO 5725-1:1994 is de kwaliteitsstandaard over de nauwkeurigheid van meetmethodes, resultaten en toepassingen. Deze standaard beschrijft de methode om de kwaliteit van het inwinningsproces (proces van et verzamelen van gegevens) vast te stellen. De standaard gaat specifiek in op de relatie tussen nauwkeurigheid, juistheid en precisie. De standaard maakt onderscheid tussen systematische afwijkingen, toevallige afwijkingen en grove fouten. Deze kwaliteitsaspecten zijn nadrukkelijk meer statistisch van aard dan de meer administratieve aspecten die worden beschreven in de ISO/IEC 25012. Code voor informatiekwaliteit. De werkgroep Informatiekwaliteit van DAMA NL beheert de Code voor informatiekwaliteit. Dit is een denkraam een verzameling van richtlijnen bedoeld om managers grip te geven op de kwaliteit van informatie die verstrekt wordt. De code bestaat uit een set richtlijnen die aanbieders en afnemers van informatie met elkaar kunnen overeenkomen, inclusief de principes en begrippen die aan de richtlijnen ten grondslag liggen. De Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). Set van afspraken om digitale dienstverlening in de publieke sector mogelijk te maken en te verbeteren. De NORA heeft een raamwerk gegevenskwaliteit ontwikkeld. De uitwerking hiervan is te vinden op de website van de NORA. Kwaliteitsraamwerk Omgevingswet. Op basis van bestaande standaarden en richtlijnen is het kwaliteitsraamwerk van de Omgevingswet aangepast. In figuur A wordt dit aangepaste kwaliteitsraamwerk weergegeven. Ook zijn de indicatoren verder uitgewerkt en is in het bijbehorende document aangegeven hoe deze gemeten kunnen worden: Gegevenskwaliteit in de Omgevingswet. Figuur A Kwaliteitsraamwerk Omgevingswet (bron RIVM, Gegevenskwaliteit in de Omgevingswet – Een raamwerk voor gegevens en informatieproducten) Vergroot afbeelding Kwaliteitsraamwerk stedelijk waterbeheer Er zit veel overlap tussen het kwaliteitsraamwerk van de NORA en dat van de Omgevingswet. Beide raamwerken kunnen ook toegepast worden op de gegevens voor stedelijk waterbeheer. Een element dat in de raamwerken ontbreekt en dat in geval van calamiteiten zeer belangrijk is voor het stedelijk waterbeheer, is de toegankelijkheid van de informatie. Indicatoren kwaliteitsdimensie Tabel A bevat een overzicht van de uitwerkingen van de kwaliteitsdimensies gebaseerd op het kwaliteitsraamwerk van de Omgevingswet. Deze tabel kunt u als voorbeeld gebruiken om de informatiekwaliteit binnen uw organisatie meetbaar te maken. Tabel A Overzicht indicatoren en beschrijving van de kwaliteitsdimensies Indicator Beschrijving Nauwkeurigheid De mate waarin gegevens de echte waarde in een specifieke gebruikscontext goed weergeven. Thematische nauwkeurigheid De mate waarin gegevens die geen betrekking hebben op locatie, tijd of kwantiteit overeenkomen met de werkelijkheid. Classificatie juistheid De mate waarin gegevensobjecten zijn geïdentificeerd als het juiste logische objecttype. Positionele nauwkeurigheid De mate waarin locatiegegevens overeenkomen met de werkelijkheid. Temporele nauwkeurigheid De mate waarin tijdgegevens overeenkomen met de werkelijkheid. Kwantitatieve nauwkeurigheid De mate waarin kwantitatieve gegevens overeenkomen met de werkelijkheid. Systematische afwijking De mate waarin de resultaten van metingen of berekeningen overeenkomen met de werkelijkheid. Compleetheid De mate waarin gegevens aanwezig zijn in een specifieke gebruikscontext. Dataset-compleetheid De mate waarin objecten waarvan het bestaan bekend is, aanwezig zijn. Object-compleetheid De mate waarin attribuutwaarden bij gegevensobjecten aanwezig zijn. Metadata-compleetheid De mate waarin metadata aanwezig zijn. Overcompleetheid De mate waarin gegevensobjecten onterecht aanwezig zijn. Historie De mate waarin historische gegevens aanwezig zijn. Geo-gerefereerd De mate waarin gegevens zijn voorzien van een geo-referentie. Consistentie De mate waarin gegevens niet in tegenspraak zijn met andere gegevens in een specifieke gebruikscontext. Formaat-consistentie De mate waarin gegevens syntactisch correct zijn en daarmee geautomatiseerd te verwerken. Domein-consistentie De mate waarin de inhoud en de lengte van attribuutwaarden consistent zijn met hun waardedomein. Conceptuele consistentie De mate waarin de combinatiesvan attribuutwaarden logisch samenhangend zijn. Geometrische correctheid De mate waarin gegevens geometrisch correct zijn. Topologische consistentie De mate waarin gegevens topologisch consistent zijn. Referentiële integriteit De mate waarin gegevens verwijzen naar bestaande gegevens. Homogeniteit De mate van variatie in een dataset. Actualiteit De mate waarin gegevens recent genoeg zijn in een gebruikscontext. Tijdigheid De mate waarin gegevens tijdig zijn geactualiseerd (gemeten of gecontroleerd of ze nog correct zijn). Frequentie De mate waarin gegevens met een afgesproken frequentie zijn geregistreerd. Precisie De mate waarin gegevens exact of onderscheidend genoeg zijn voor een gebruikscontext. Opslagprecisie De mate van detail waarmee gegevens zijn geregistreerd. Statistische precisie De mate waarin metingen of berekeningen bij herhaling dezelfde waarde opleveren. Resolutie De mate van detail waarmee gegevens worden ingewonnen. Plausibiliteit De mate waarin gegevens worden beschouwd als waar en geloofwaardig door gebruikers in een specifieke gebruikscontext. Authenticiteit De mate waarin de authenticiteit van gegevens aantoonbaar is. Waarschijnlijkheid De mate waarin gegevens waarschijnlijk zijn in de betreffende situatie. Representativiteit De mate waarin een dataset een goede weergave geeft van het geheel. Traceerbaarheid De mate waarin toegang tot gegevens of wijzigingen erin vastgelegd worden in een audit trail in een specifieke gebruikscontext. Herleidbaarheid De mate waarin de herkomst, de selecties en de bewerkingen die hebben plaatsgevonden op de gegevens expliciet zijn vastgelegd. Compliance De mate waarin gegevens voldoen aan standaarden, conventies of regelgeving gerelateerd aan gegevenskwaliteit in een specifieke gebruikscontext. Standaarden compliance De mate waarin gegevens voldoen aan de afgesproken standaarden. Begrijpelijkheid De mate waarin gegevens eenvoudig gelezen en geïnterpreteerd kunnen worden door gebruikers, en zijn verwoord in geschikte talen, symbolen en eenheden in een specifieke gebruikscontext. Relevantie De mate waarin de gegevens relevant zijn voorde gebruikscontext of daartoe beperkt kunnen worden. Leesbaarheid De mate waarin teksten voor de doelgroep begrijpelijk zijn geformuleerd.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.