Isohypsen

Isohypsen: wat zijn het? Isohypsen zijn lijnen met dezelfde grondwaterstand ten opzichte van NAP (zie figuur A). Isohypsen geven inzicht in de grondwaterstroming. De stromingsrichting is namelijk loodrecht op de isohypse. Op basis van isohypsen is het ook mogelijk om een ontwateringskaart te maken; dit kan via het interpoleren van grondwaterstanden. Figuur A Voorbeeld isohypsenkaart Vergroot afbeelding Isohypsen tekenen: geautomatiseerd of handmatig Isohypsen kunt u (laten) tekenen op basis van de grondwaterstanden op een representatief tijdstip. U kunt deze isohypsen geautomatiseerd via interpolatie of handmatig opstellen. Houd hierbij wel het volgende in de gaten: programma’s die automatisch isohypsen genereren, houden geen rekening met de vaak complexe stedelijke bodemopbouw (zie ook het kader hierna). Voor het stedelijk gebied en voor verklarende onderzoeken kunt u isohypsen daarom beter handmatig opstellen via interpolatie op basis van meetpunten en ‘expert judgement’.  Belangrijk: de bron van de meetgegevens Daarnaast is het belangrijk om te weten wat de bron van de meetdata is. Vanuit het Nederlands Hydrologisch Instrumentarium, het NHI, zijn er regionale grondwatermodellen ontwikkeld waarbij ook isohypsen beschikbaar zijn. Deze isohypsen hebben een regionale basis en kunnen daarom niet direct vertaald worden naar een lokaal onderzoek.  Betrouwbare isohypsen Isohypsen in stedelijk gebied geven een zeer vereenvoudigd beeld van de werkelijke grondwatersituatie. Verschillende factoren beïnvloeden de grondwaterstroming, zoals (lokale) verschillen in bodemopbouw, bebouwing, rioollekkage, drainage en oppervlaktewater. Zeker bij partieel opgehoogde gebieden en gebieden met uitgebreide drainage is het moeilijk om betrouwbare isohypsen te tekenen. U kunt dan overwegen om de grondwaterstroming af te leiden op basis van omgevingsfactoren (zoals bodemopbouw, verharding, bomen, leidingen, etc.) in combinatie met de grondwaterstandmetingen. Een isohypsenkaart kan goed worden opgesteld in onderzoeksgebieden waar weinig factoren een rol spelen die de lokale grondwaterstanden beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld op de hogere zandgronden.