Inwinnen en opslaan van ruwe gegevens

Meetgegevens van verschillende meetinstrumenten zullen foutieve meetwaarden bevatten; door storingen zullen af en toe metingen in een tijdreeks ontbreken. De oorspronkelijke tijdreeks van metingen heet de ruwe meetreeks.   Zorg ervoor dat u de ruwe meetgegevens op een centrale locatie verzamelt en opslaat. Het voordeel hiervan is dat de meetdata een officiële plek krijgen op de server. In de praktijk komt het nogal eens voor dat de data bij een bepaalde medewerker op de computer staan of ergens op cd’s. Na verloop van jaren zijn ze dan onvindbaar. Metadata Naast de opslag van de meetgegevens is het belangrijk de bijbehorende metadata op te slaan. Metadata zijn gegevens over de meetdata, zoals de locatie van de meter, het type meter en de instelling van het meetinstrument. Onder metadata valt bijvoorbeeld ook de overstortingsformule met kentallen van hoogte en breedte van de overstortdrempel. De metadata kunnen in de loop van de jaren veranderen. Daarom is het belangrijk ze op te slaan met een tijdsindicatie. Als bijvoorbeeld de overstort verandert (bij verzakken of ophogen), dan is zowel de oude als de nieuwe situatie te bewaren. Digitaal logboek Houd ook een digitaal logboek bij met gebeurtenissen die de metingen kunnen verstoren. Bij de analyse van de meetdata is het handig te weten wanneer bijvoorbeeld een bronbemaling plaatsvindt of een storing in een gemaal optreedt. Een digitaal logboek is makkelijker te raadplegen dan een papieren logboek. Om het gebruik laagdrempelig te houden, is toegang tot het logboek via internet of een pda-toepassing aan te bevelen. De onderhoudsmonteur kan dan bijvoorbeeld direct na een reparatie de melding invoeren. Om een (digitaal) logboek tot een succes te maken, zijn een goede organisatie, discipline en toezicht nodig.