Om de stappen in fase 1 gestructureerd te doorlopen, is een Excel-invulformulier gemaakt (zie bijgevoegd bestand). Gekozen is om de lijst per hydraulische eenheid in te vullen. Elke hydraulische eenheid is gedefinieerd als een (deel)traject waarin het debiet niet verandert. Andere manieren om een persleiding in te delen (op basis van inrichting/functie maaiveld of materiaal/diameter) leidt tot een onwerkbaar aantal delen.
Het invulformulier omvat:
1 Functionele eisen, met daarin de onderdelen:
a) Algemeen leiding: tekstuele aanduiding leidingtracé.
b) Functie leiding: keuze uit transportleiding, overstortbemaling, reserveleiding, loze leiding, bijzonderheden type afvalwater.
c) Hydraulische kengetallen: debietranges met bijbehorende wrijvingsverliezen, minimale en maximale drukhoogten, mogelijke leegstand (bij dijkovergangen, overstort-bemalingsleidingen).
d) Hydraulische aspecten: waterslagberekeningen, gevoelige locaties waterslag, spat-/ trekkrachten in bochten en aansluitingen, aanwezigheid lucht in leiding tijdens normale bedrijfsvoering, inclusief locaties.
2 Kenmerken leidingtracé, met daarin de onderdelen:
a) Technische beschrijving leiding: overzichtstekening, aanlegjaar, renovatiejaar, materiaal en diameter, aanwezigheid bijzondere objecten, aanwezigheid voorzieningen voor inspectie, as-designed-, as-built- en as-is-tekeningen, opleveringsdossier, dossier materiaalkenmerken, ligging ten opzichte van andere infrastructuur (gasleidingen, trambanen, dijken), bodemopbouw en zettingsgevoeligheid, fundering persleiding, dossier gronden leidingsterkteberekeningen, dossier inspectiegegevens.
b) Technische eisen leiding: toelaatbaar lekdebiet, maximale druk, maximaal toelaatbare hydraulische weerstand, maximaal toelaatbaar energieverbruik, toelaatbare zetting.
c) Omgevingsaspecten/risico-indeling: NEN 3650 of NEN 3651 van toepassing, inventarisatie gebiedsfuncties, risicoklasse nabijgelegen infrastructuur, dossier vergunningen, beperkingen aan werkzaamheden door samenstelling grondwater/bodemgesteldheid of door overige infrastructuur/gebouwen.
d) Aanwezigheid calamiteitenplan, alternatieven voor overname functie, externe risicoinventarisatie beschikbaar.
e) Faalhistorie: aanwezigheid dossier falen leiding, vastgelegde incidenten, incidenten vergelijkbare leidingen elders in beheergebied.
Op basis van de informatie die u met behulp van het invulformulier in deze twee categorieën verzamelt, kunt u bepalen welke faalmechanismen redelijkerwijs te verwachten zijn voor de betreffende leiding.