We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Een niet-doorlatende put is meestal een verbinding tussen twee of meer rioolbuizen. Zo’n put wordt geplaatst om een streng te verlengen of als er een knik (horizontaal) of een sprong (verticaal) in de transportleiding moet worden gemaakt. Putten met speciale constructies zoals overstorten worden geplaatst aan het einde van een streng.
Inspectieputten Naast een transportfunctie hebben niet-doorlatende putten ook een (beperkte) bergingsfunctie. En vanuit de putten kunnen inspecties worden uitgevoerd. Een niet-doorlatende put wordt daarom ook wel een inspectieput genoemd. Als ze groot genoeg zijn uitgevoerd, zijn deze putten mantoegankelijk voor onderhoud en inspectie en bieden ze toegang tot aansluitende leidingen. Putten met specifieke functie
Inspectieputten Naast een transportfunctie hebben niet-doorlatende putten ook een (beperkte) bergingsfunctie. En vanuit de putten kunnen inspecties worden uitgevoerd. Een niet-doorlatende put wordt daarom ook wel een inspectieput genoemd. Als ze groot genoeg zijn uitgevoerd, zijn deze putten mantoegankelijk voor onderhoud en inspectie en bieden ze toegang tot aansluitende leidingen. Putten met specifieke functies Een putconstructie wordt vaak gebruikt in een afval- of hemelwaterstelsel en dient allerlei functies, zoals: afvoer reguleren naar een benedenstrooms gebied (stuwput); afvalwater afvoeren bij overschrijding van een bepaald peil (overstortput); verbinden van leidingen waarbij een verandering optreedt in materiaal, middellijn, diameter, vorm of richting; leidingen of duikers kruisen (kruisingsput); verschillende typen stelsels verbinden (koppelput); bijzondere voorzieningen opnemen, zoals filters of afscheiders, afsluiters en meetapparatuur; lozingen van aanvoerende stelsels ontvangen. Pomp- en vacuümputten Een putconstructie komt bovendien in aangepaste vorm terug als verzamel- en pompput voor rioolgemalen, drukrioolgemalen en als verzamelbassin voor vacuümriolering. Zo’n verzamelput heeft dan vaker het karakter van een verzamelbassin. Hoe de ontwerper een pomp- of vacuümput ontwerpt, leest u bij een Pomp ontwerpen. Opbouw van een standaard inspectieput Figuur A toont de onderdelen van een standaard inspectieput: Een onderbak en tussenstukken. Beide bevatten sparingen, moffen of spie-einden voor de aansluiting van rioolbuizen. De onderbak kan een stroomprofiel hebben voor de geleiding van (afval)water. Een afdekplaat en een manschacht of een kegel(opzet)stuk. Een putafdekking met stellagen. Figuur A De opbouw van een put Vergroot afbeelding De aansluitingen kunnen rubbersparingen bevatten die zorgen voor een waterdichte verbinding van de leiding bij het aansluiten van de mof- of spie- einde van de buis. In figuur B ziet u de opbouw van een kruisingsput. Figuur B De opbouw van een kruisingsput Vergroot afbeelding Constructie inspectieput Welk materiaal de ontwerper kiest voor een inspectieput, hangt af van het materiaal waar de aangesloten leidingen van zijn gemaakt, maar de materialen hoeven niet hetzelfde te zijn. Leveranciers detailleren de inspectieput (pas als deze wordt besteld). Voor de constructie is van belang: het type, de hoogte en verdere kenmerken van de aansluitende leidingen (diameter, b.o.b., hoekverdraaiing ten opzichte van een hoofdas); de verwachte belasting van de put (verkeersklasse, grondwaterstand); toepassing van coating of bekleding; de legvolgorde van leidingen die moeten worden aangesloten. of de richting van het leidingtracé verandert; of de put een hoogteverschil tussen leidingen moet opvangen; of de put een punt wordt waar meerdere rioolleidingen samenkomen; of de put speciale voorzieningen, zoals een drempel(stuw), een gemaal of een filter gaat herbergen; dat de put wordt uitgevuld tot een stroomprofiel aanwezig is. De leverancier zet de uitgangspunten om in een puttenstaat. De opdrachtgever moet deze puttenstaat eerst goedkeuren. Daarna kan de leverancier de putten detailleren of ontwerpen, produceren en leveren. Aandachtspunten bij pompputten Natte opstelling Als de ventilatie in een pompput onvoldoende is en het afvalwater er te lang in blijft staan, kan er uit H2S-gas zwavelzuur (H2SO4) ontstaan door bacteriële werking. Is dit risico in een betonnen pompput aanwezig, dan is het aan te bevelen een zuurbestendige water- en gasdichte coating met voldoende aanhechtingssterkte en dikte (0,5 mm tot 3 mm) aan te brengen. De ontwerper moet dan ook de ontluchtingen voorzien van geurfilters. Figuur C Principe rioolgemaal (pompput met pomp) in natte opstelling Vergroot afbeelding Om de pompput droog te kunnen zetten, kunt u het toevoerende riool het beste dichtzetten. Hiervoor brengt de ontwerper een spindelschuif op het aanvoerende riool aan. In het wegdek kan een straatpot worden aangebracht, vanuit waar de spindelschuif bediend wordt. Droge opstelling Een pompput in een droge opstelling is ook vrijwel altijd van beton. Zo'n put bevat altijd minimaal twee compartimenten: een natte ontvangkelder en een droge kelder waarin de pompen zijn opgesteld: de pompkelder. Boven de put is meestal een bovenbouw geplaatst. Hierin bevinden zich de elektrische installaties en de toegang tot de kelder. Voor de natte kelder geldt in grote lijnen hetzelfde als bij de natte opstelling. Een verschil is dat er hierbij meestal een hijsbalk aanwezig is die de pompen omhoogtrekt. Materiaal Voor de persleiding in het rioolgemaal vanaf de zuigmond van de pomp tot aan de aansluiting op de persleiding buiten het gemaal kunnen verschillende materialen worden gebruikt. Ook bevat dit deel van de persleiding appendages. Meestal wordt gekozen voor gietijzer, staal of pe (polyetheen). Als de ontwerper kiest voor gietijzer, dan kan hij deze het beste wel met een coating laten beschermen, tenzij er sprake is van permanent anaerobe omstandigheden. Achter de pomp in de persleiding plaatst de ontwerper een terugslagklep om te voorkomen dat de persleiding leegloopt. Meestal is de terugslagklep een balkeerklep of een traditionele klep. Bij een balkeerklep drukt de druk in de persleiding en het eigen gewicht drukken een holle, stalen bal (met rubber bekleed) in rusttoestand door op een zitting. Als de pomp gaat draaien, wordt de bal omhoog gedrukt, waardoor deze grotendeels buiten het stroomprofiel komt te liggen. De persleiding kan worden afgesloten met een afsluiter met spindel. Deze schuifafsluiters zijn meestal gemaakt van gietijzer of kunststof. Om de pomp met de persleiding te verbinden wordt meestal een gietijzeren voetbocht gebruikt. De ontwerper plaatst deze voetbocht op de vloer van de pompput en verbindt deze met de persleiding. De pomp wordt langs de glijstang in de pompput gehesen, waardoor automatisch afdichting plaatsvindt. In plaats van de voetbocht kan de ontwerper ook kiezen voor een zogenoemde bovenwaterkoppeling.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.