De belangrijkste processen zijn:

Figuur A toont deze processen; figuur B geeft schematisch weer wat het effect is van deze processen op de neerslagafvoer en de inloop in de riolering.

Figuur A InloopprocessenVergroot afbeelding
Figuur B Inloophydrogrammen: effecten inloopprocessen op neerslagafvoerVergroot afbeelding

Bij de meeste modelconcepten (van vereenvoudigd rioleringsmodel tot rioleringsmodel met stroming over maaiveld) gebruikt u een afzonderlijk inloopmodel dat al deze processen beschrijft en waarbij u per type oppervlak aannames doet over het verloop van het inloopproces. Met andere woorden: de neerslag wordt in het inloopmodel vertaald naar hydraulische belasting van het riool (of ondergrondse infiltratievoorziening )

Bij een maaiveldmodel, als dan niet gecombineerd met een rioleringsmodel, is de inloop van neerslag een integraal onderdeel van het rekenmodel voor die oppervlakken waarvan neerslag zowel over het maaiveld kan afstromen als in de ondergrondse infrastructuur terecht kan komen. Met andere woorden: het maaiveldmodel berekent voor elke druppel de route over het maaiveld naar bijvoorbeeld het riool of een andere afvoerroute over het maaiveld. Dit betekent dat u in maaiveldmodellen niet zomaar het standaard inloopmodel kunt gebruiken, omdat u dan het afstromingsproces dubbelop schematiseert.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel