We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
In de Omgevingswet zijn 26 wetten geïntegreerd. Daarmee is het stelsel van wet- en regelgeving voor de leefomgeving overzichtelijker geworden. Naast de regelgeving op rijksniveau worden er op decentraal niveau regels gesteld in het gemeentelijke omgevingsplan, de provinciale omgevingsverordening en de waterschapsverordening.
Wat houdt de Omgevingswet in? De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. Riolering, water en bodem behoren hier ook toe. De Omgevingswet bevat regels over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De nieuwe wet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met het nieuwe stelsel van de Omg
Wat houdt de Omgevingswet in? De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. Riolering, water en bodem behoren hier ook toe. De Omgevingswet bevat regels over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De nieuwe wet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. Met het nieuwe stelsel van de Omgevingswet wordt een samenhangende aanpak van de leefomgeving eenvoudiger, ontstaat er ruimte voor lokaal maatwerk en kan besluitvorming, zo stelt de wetgever, beter en sneller plaatsvinden. Daarnaast wil de wetgever participatie bevorderen, bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving. Voor een goede uitvoering van de wet is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) van belang. Hier zien initiatiefnemers – zoals aannemers, ondernemers, overheden en omwonenden – snel wat er wel of niet mag in de leefomgeving. Ook geeft het DSO aan welke juridische verplichtingen er gelden als iemand op een bepaalde locatie een activiteit wil uitvoeren. Het DSO vervangt het Omgevingsloket Online (OLO), het activiteitenbesluit Internet Module (AIM) en Ruimtelijkeplannen.nl. Doelen: beschermen en benutten fysieke leefomgeving De doelstelling van de Omgevingswet is breed, en is vooral gericht op het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving, waar water, bodem en riolering onderdeel van zijn. Omdat de Omgevingswet een omvangrijke, integrale wet is, is de reikwijdte ervan erg breed. Daardoor is ook de doelstelling van de Omgevingswet breed. In artikel 1.3 van de wet is te lezen dat deze met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu, gericht is op het in onderlinge samenhang: bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, ook vanwege de intrinsieke waarde van de natuur; en doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften. Bij het eerste doel staat de bescherming van de fysieke leefomgeving centraal. Bij het tweede doel valt te denken aan het beheren van infrastructuur (waaronder riolering), het gebruik van watersystemen of het ontwikkelen van bouwwerken. Toepassing van de wet vereist het zoeken naar oplossingen die zoveel mogelijk tegemoetkomen aan beide doelen en de daarbij horende belangen. Dat vraagt in de praktijk om een afweging van belangen. De uitkomst van de door een bestuursorgaan te verrichten belangenafweging zal per geval verschillen. Bestuursorganen moeten op grond van artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht de rechtstreeks bij een besluit betrokken belangen zorgvuldig afwegen. De uitkomst van die belangenafweging moet worden gemotiveerd. Uitgangspunten Omgevingswet: vier verbeterdoelen Het omgevingsrecht is door de Omgevingswet fors vernieuwd. Naast de formeel vastgelegde doelen (art. 1.3 Ow) heeft de wetgever vier verbeterdoelen geformuleerd: 1. Inzichtelijk omgevingsrecht Het omgevingsrecht is inzichtelijk, voorspelbaar en gemakkelijk in het gebruik. Door de bundeling van wetgeving zijn minder regels nodig. 2. Leefomgeving centraal De fysieke leefomgeving staat op een samenhangende manier centraal in beleid, besluitvorming en regelgeving. 3. Ruimte voor lokaal maatwerk De Omgevingswet biedt overheden meer afwegingsruimte om doelen voor de leefomgeving te bereiken. De wet beoogt een versterking van de positie van decentrale overheden, volgens het principe 'decentraal, tenzij'. Dit houdt in dat gemeenten in beginsel bevoegd zijn om regels op te stellen, tenzij er een gemeenteoverstijgend of overkoepelend belang is. In dat geval is het aan de provincie of het Rijk om regels te stellen. Waterschappen hebben een eigen regelgevende bevoegdheid voor de watersystemen die zij in beheer hebben. 4. Snellere besluitvorming Volgens de wetgever gaat de besluitvorming over projecten in de leefomgeving onder de Omgevingswet sneller en beter, mits er op integrale en samenhangende wijze wordt gewerkt door overheden, burgers en bedrijven. Openheid, flexibiliteit, een uitnodigende houding, innovativiteit en vertrouwen zijn daarbij de kernwoorden. Rijksregels onder de Omgevingswet: vier AMvB's en een Omgevingsregeling De regels uit de Omgevingswet zijn op rijksniveau verder uitgewerkt in vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB's), ook wel uitvoeringsbesluiten genoemd, en één ministeriële regeling: de Omgevingsregeling. De vier AMvB's zijn: 1. Het Omgevingsbesluit (Ob) Dit besluit geeft onder andere antwoord op de vraag welke procedurele regels er gelden en – in aanvullling op de Omgevingswet – wie het bevoegd gezag is om op een aanvraag te beslissen en te handhaven. 2. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Hierin staan algemene regels die erop zijn gericht om nationale doelstellingen te behalen en te voldoen aan internationale verplichtingen. Het Bkl richt zich alleen tot overheden. Het bevat instructieregels (bijvoorbeeld voor het beheer van het openbaar vuilwaterriool) en omgevingswaarden. Omgevingswaarden zijn normen en beleidsdoelstellingen die de gewenste staat of kwaliteit van onderdelen van de fysieke leefomgeving vastleggen. In het Bkl zijn ook de beoordelingsregels te vinden die worden gehanteerd bij vergunningverlening en het stellen van maatwerkvoorschriften. Ook zijn in deze AMvB de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) te vinden. 3. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Dit besluit bevat de algemene (rijks)regels waaraan burgers en bedrijven zich moeten houden als ze bepaalde activiteiten uitvoeren in de fysieke leefomgeving. Het oude 'Activiteitenbesluit milieubeheer' is min of meer opgenomen in deze AMvB. Het Bal geeft regels voor milieubelastende activiteiten daar waar het Activiteitenbesluit milieubeheer bepalingen kende voor ‘inrichtingen’. In het Bal zijn ook bepalingen opgenomen voor lozingen in bodem, riolering en oppervlaktewater. 4. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) De regels in dit besluit gelden (alleen) voor burgers en bedrijven. Denk hierbij aan regels voor veiligheid, gezondheid, duurzaamheid, gebruik van het bouwwerk en het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden. Het Bbl vormt de opvolger van het oude Bouwbesluit 2012. In dit uitvoeringsbesluit staan bijvoorbeeld de eisen waaraan afvoervoorzieningen voor huishoudelijk afvalwater en hemelwater in en aan bouwwerken (zoals woningen) moeten voldoen. Onder de wet en de vier AMvB's is er op rijksniveau nog de Omgevingsregeling. Deze regeling biedt nadere regels waarvoor de basis ligt in de wet of een van de vier AMvB's. Deze regeling kent vooral technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB's in de praktijk. U vindt er bijvoorbeeld de aanvraagvereisten voor een omgevingsvergunning. Op rijksniveau zijn er dus één wet, met daaronder vier amvb's en daaronder nog één ministeriële regeling. Decentrale regelgeving in het stelsel van de Omgevingswet De decentrale overheden – gemeenten, waterschappen en provincies – stellen hun regels voor activiteiten in de fysieke leefomgeving vast in één gebiedsdekkende regeling. Deze regels zijn te vinden in: het omgevingsplan voor de gemeentelijke regels; de omgevingsverordening voor de provinciale regel; de waterschapsverordening voor de waterschapsregels. In aanvulling op het gemeentelijke omgevingsplan en de waterschapsverordening is de zogenoemde bruidsschat van het Rijk van belang. De bruidsschat is een bijzondere vorm van overgangsrecht. In de bruidsschat zijn regels opgenomen voor activiteiten die het Rijk vroeger nog wel regelde, maar nu niet meer. Het is daarom aan gemeenten en waterschappen hiervoor zelf regels te stellen. Dat is nogal een opgave en daarom heeft het Rijk die regels zelf bedacht (overgenomen uit de oude regelgeving) en van rechtswege ('automatisch') toegevoegd aan beide verordeningen. Kerninstrumenten en overige instrumenten De Omgevingswet harmoniseert de instrumenten van de verschillende wetten die in de Omgevingswet opgaan. Daarbij maakt het stelsel van de Omgevingswet onderscheid tussen kerninstrumenten en overige instrumenten. Met de kerninstrumenten kan aan een groot deel van het omgevingsrecht, waaronder dat van het stedelijk waterbeheer, vorm worden gegeven. De kerninstrumenten zijn: Omgevingsvisies voor Rijk, provincies en gemeenten. Programma's, waaronder het Water- en rioleringsprogramma (Wrp). Decentrale regelgeving: omgevingsplan, waterschapsverordening en omgevingsverordening. Algemene rijksregels: één wet, vier AMvB's en één Omgevingsregeling (zie hierboven). De integrale omgevingsvergunning en daarnaast de apart gebleven omgevingsvergunning voor wateractiviteiten. Het projectbesluit. Meer informatie In de kennisbank wordt vrij uitvoerig ingegaan op de inhoud van de Omgevingswet. Wilt u meer weten, dan kunt u terecht op het Informatiepunt Fysieke Leefomgeving (IPLO). Op deze website van het Rijk kunt u ook uw specifieke vraag stellen over het nieuwe stelsel.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.