Een eigenaar van een woning (twee onder een kap) wil de regenpijp afkoppelen naar een infiltratievoorziening. Het afvoerend dakoppervlak bedraagt 50 m2 (gemeten in horizontale projectie). Gekozen is de voorziening uit te voeren met 1 of 2 elementen met een inhoud van 200 liter per stuk.

Er zijn 4 varianten berekend:

  • A één infiltratie-element, k-waarde omliggende grond 0,5 m/dag
  • B twee infiltratie-elementen, k-waarde omliggende grond 0,5 m/dag
  • C één infiltratie-element, k-waarde omliggende grond 0,1 m/dag
  • D twee infiltratie-elementen, k-waarde omliggende grond 0,1 m/dag

Tabel A Kenmerken infiltratievoorziening bij de woning, variatie aantal infiltratie-elementen en k-waarde ondergrond
 
Voor de grondverbetering is uitgegaan van een k-waarde van 3 m/dag. De kenmerken van de voorziening zijn samengevat in tabel A.

Het infiltratie-element heeft een inhoud van 200 liter =  0,2 m3 (l * b * h = 1,0 * 0,5 * 0,4 = 0,2 m3). Dit komt overeen met een berging van 0,2*1000/50 = 4 mm. Door het element te leggen in een grondverbetering met een laag van 0,25 m grof zand rondom alle zijden, kan de berging in de voorziening potentieel bijna worden verdubbeld. De effectieve infiltratiecapaciteit wordt ongeveer verzesvoudigd, ten opzichte van een infiltratie-element dat zonder grondverbetering direct in de ondergrond wordt gelegd.

Het functioneren van deze voorziening bepaalt u in twee stappen. De waterbalans is berekend voor de infiltratie-elementen apart en de combinatie van infiltratie-elementen met grondverbetering. Voor de ledigingscapaciteit van de voorziening is gerekend met alleen infiltratie in de wanden van de infiltratie-elementen. Voor de grondverbetering is gerekend met infiltratie in wanden en bodem. De resultaten van de berekeningen zijn in de volgende tabellen (B en C) samengevat.
 

Tabel B Resultaten functioneren infiltratie-elementen volgens tabel
 


Tabel C Resultaten functioneren infiltratie-elementen + grondverbetering volgens tabel

Het functioneren van de infiltratie-elementen is maatgevend bij een doorlatendheid van de ondergrond gelijk aan 0,5 m/d. Bij de bepaling van het functioneren van de elementen begint de overloop eerder te werken dan van de voorziening van elementen met grondverbetering. Bij een doorlatendheid van de ondergrond van 0,1 m/dag is het functioneren van de totale voorziening (met grondverbetering) maatgevend.
 
Het functioneren van deze voorziening is ook berekend met een infiltratiemodel waarin de infiltratiecapaciteit afhankelijk is van de vulhoogte van de voorziening. De vergelijking tussen de resultaten met tabel en rekenmodel komt aan de orde in Vergelijking uitkomsten rekenmodel en tabel.

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel