Infiltratieput ontwerpen

De ontwerper kan deze voorziening zo ontwerpen dat er (soms) hemelwater zonder passage van een zuiverende bodemlaag in het grondwater wordt gebracht. Als hij dat doet moet de ontwerper bij de keuze voor en/of het bepalen van de ligging van deze voorziening nagaan of deze directe lozing is toegestaan. De provincie regelt dit in de omgevingsverordening, of laat het gemeenten regelen in hun omgevingsplan. Locatie en toepassing Infiltratieputten worden gebruikt voor het bergen van hemelwater. Vervolgens kan dit water infiltreren in de bodem. Ze worden vooral toegepast bij kleinschalige infiltratie van afgekoppeld hemelwater van één of enkele panden. De putten staan vaak onder de weg of onder parkeerstroken. Bergings- en infiltratiecapaciteit De inhoud van een infiltratieput is gelijk aan de bergingsruimte (zie Figuur A en B); hoe dieper de put of hoe groter de diameter, des te groter is de inhoud, en dus ook de bergingsruimte. Het infiltrerend oppervlak van de put en de doorlatendheid van de omliggende bodem bepalen samen hoeveel water de put kan bergen en laten infiltreren, en in welk tempo. Alleen de berging boven de grondwaterstand is effectief, dus telt bij het ontwerpen de inhoud boven de representatieve hoge grondwaterstand   In gebieden waar deze RHG lager ligt ten opzichte van maaiveld, zijn minder, diepere infiltratieputten nodig voor hetzelfde resultaat. Afstemming met andere ondergrondse voorzieningen Infiltratieputten zijn vrij diepe voorzieningen die water van één of meerdere panden of kleine oppervlakken verharding laten infiltreren. Omdat het ondergrondse voorzieningen zijn, is een goede afstemming met andere ondergrondse voorzieningen noodzakelijk. Figuur A Formule voor de berekening van de berging in een infiltratieput Vergroot afbeelding Figuur B Formule voor de berekening van de berging in een infiltratieput met grondverbetering Vergroot afbeelding Tabel A Factoren equivalent oppervlak per type voorziening Voorziening     Fbodem Fwand Oppervlakkig infiltratiebassin 1,0 0,4 Infiltrerend cunet 1,0 0,0 Grondverbetering 1,0 0,5 Ondergronds infiltratie-element 0,0 0,6 Functioneren bij neerslag Infiltratieputten zijn vaak, net als infiltratie-elementen, onderdeel van een set keuzes die de ontwerper maakt om hemelwater te verwerken op het beschermingsniveau zoals in het programma van eisen is opgenomen. De ontwerper kan kiezen voor putten met veel of met weinig infiltratiecapaciteit. Afhankelijk van de keuzes die de ontwerper maakt, functioneert een infiltratieput goed bij beperkte of hevige neerslag. Bij extreme neerslag kunnen putten overlopen. Afstromend water mag aan het maaiveld niet leiden tot overlast of schade. Daarom hebben infiltratievoorzieningen altijd een overloop nodig. Voorkomen van dichtslibben Zand en klein vuil kunnen ervoor zorgen dat infiltratieputten dichtslibben, met als gevolg dat de infiltratiecapaciteit vermindert. Om dit te voorkomen, worden er zandvangers in de toevoer geplaatst, welke periodiek moet worden gereinigd.