Hydraulische metingen voor foutaansluitingenonderzoek

Welke metingen? Foutief aangesloten hemelwaterafvoeren lozen tijdens neerslag. U wilt dus allereerst weten wanneer het regent en hoeveel neerslag er valt. Gebruik hiervoor de neerslagradar van het KNMI en/of een lokale neerslagmeter. Bij een vuilwaterstelsel dat is aangesloten op een gemaal met een debietmeter, kunt u het verpompte debiet meten. Als het gemaal geen debietmeter heeft, kunt u vaak ook op basis van draaiuren en stroomverbruik afleiden of de afvoer tijdens neerslag groter is. Let wel op dat een hoger energieverbruik tijdens neerslag ook kan komen door een hogere tegendruk als andere gemalen afvoeren via dezelfde persleiding. Een debietmeter geeft betrouwbaardere informatie. U kunt ook een tijdelijke debietmeter gebruiken direct benedenstrooms van het stelseldeel waarin u de foutaansluitingen vermoedt. Hierbij is in (kleine) dwa-rioolbuizen wel een vrij groot vervuilingsrisico. Met niveaumeters kunt u aantonen of hemelwaterlozingen in het vuilwaterriool leiden tot verhoogde waterstanden in het stelsel. De meeste gemalen hebben al een niveaumeter. In een groot stelsel met mogelijk grote waterstandsverschillen kunt u het niveau op verschillende locaties meten met een tijdelijk meetnet. Hoeveel foutief aangesloten oppervlak? U kunt hydraulische metingen niet alleen gebruiken om aan te tonen dát foutaansluitingen een significant of problematisch effect hebben op het functioneren van het vuilwaterriool. Met de juiste betrouwbare metingen kunt u ook (indicatief) bepalen hoeveel oppervlak foutief is aangesloten op het vuilwaterriool. Hiervoor kunt u de HAAS-methodiek van STOWA uit 2009 of een vergelijkbare analyse gebruiken. Voordelen Met hydraulische analyses kunt u eenvoudig en snel hemelwateraansluitingen op de vuilwaterriolering aantonen, zeker als er voldoende metingen van de gemalen beschikbaar zijn. Voor vuilwaterriolering zijn waterkwantiteitsmetingen vaak een betere en eenvoudigere indicatie voor foutaansluitingen dan metingen of observaties van de waterkwaliteit. Beperkingen Meestal niet geschikt voor hemelwaterstelsels De methode is minder geschikt om foutaansluitingen van vuilwater op het hemelwaterstelsel vast te stellen. De meeste hemelwaterstelsels hebben geen gemaal en dus ook geen beschikbare debiet- en niveaumetingen. De vuilwaterstroom is qua omvang veel kleiner en zorgt meestal niet voor meetbare stroomsnelheden of debieten. Bovendien is het onderscheid tussen infiltratie van grondwater en vuilwaterlozingen via foutieve aansluitingen lastig te maken. Hebt u een hemelwaterstelsel waarvan wel gemaalmetingen beschikbaar zijn en vertonen die een variabel afvoerpatroon tijdens droge dagen? Dan is dit wel een indicatie voor foutaansluitingen. Vervolgonderzoek nodig Met hydraulische metingen krijgt u geen inzicht in de exacte locatie van foutieve hemelwateraansluitingen op de vuilwaterriolering. Hiervoor moet u dus vervolgonderzoek doen met een techniek die zich daarvoor wel leent. Hydraulische metingen zijn wel geschikt om het onderzoeksgebied in te perken voorafgaand aan gedetailleerder onderzoek.