We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om maaiveldhoogten en vloerpeilen goed te kunnen vergelijken met de grondwaterstanden is de hoogte ten opzichte van NAP van belang.
Maaiveldhoogte en vloerpeil Om gegevens van verschillende bronnen met elkaar te kunnen vergelijken is de hoogte daarvan ten opzichte van NAP van belang. De NAP-hoogte van het maaiveld is bekend via het AHN. Hiermee kunt u relatief hoge en lage gebieden bepalen. Daarnaast is bijvoorbeeld de diepteligging van leidingen in de grond (zoals riolering en drainage) en de grondwaterstanden bekend. Voor inzicht in de ontwateringsdiepte b
Maaiveldhoogte en vloerpeil Om gegevens van verschillende bronnen met elkaar te kunnen vergelijken is de hoogte daarvan ten opzichte van NAP van belang. De NAP-hoogte van het maaiveld is bekend via het AHN. Hiermee kunt u relatief hoge en lage gebieden bepalen. Daarnaast is bijvoorbeeld de diepteligging van leidingen in de grond (zoals riolering en drainage) en de grondwaterstanden bekend. Voor inzicht in de ontwateringsdiepte bij bebouwing is het vloerpeil ten opzichte van NAP van belang. (Zie het kader onder aan deze pagina voor het verschil tussen maaiveldhoogte en vloerpeil.) Bronnen maaiveldhoogte Bronnen die u kunt gebruiken om de maaiveldhoogte en de maaivelddaling te bepalen, zijn: Rioolputdekselhoogten (rioolbeheersysteem gemeente of gemeentearchief). Het AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), via www.ahn.nl. Ingemeten hoogten van het maaiveld, bijvoorbeeld bij het plaatsen van peilbuizen of boringen. Bij deze bronnen is de hoogtemeting een momentopname. U moet de data daarom altijd op actualiteit toetsen. In zettingsgevoelige gebieden is immers sprake van maaivelddaling. Een eerste indruk van de opgetreden maaivelddaling krijgt u via de bodemdalingskaart 2.0. U kunt het beste de maaiveldhoogte bekijken in een gebied dat net wat groter is dan het onderzoeksgebied. Een sterk maaiveldverloop net buiten het onderzoeksgebied kan grote invloed hebben op de grondwaterhuishouding in het onderzoeksgebied. Bronnen vloerpeil Bronnen die u kunt raadplegen om het vloerpeil te achterhalen, zijn: Afgegeven vloerpeilen voor wijken (gemeentearchief). Bouwaanvragen. Inmeting ten opzichte van NAP (dorpelwaterpassing). Vloerpeil en dalende kruipruimtebodem In zettingsgevoelige gebieden daalt het maaiveld. Bij gelijkblijvende grondwaterstanden neemt hierdoor de ontwateringsdiepte af. Bij bebouwing op palen blijft het vloerpeil op aanlegniveau, waardoor de ontwateringsdiepte ten opzichte van vloerpeil hier volgens de richtlijnen wel voldoende kan zijn. Als de bodem van de kruipruimte zakt, kan er grondwateroverlast ontstaan. De oorzaak van de overlast ligt dan echter niet in een te hoge grondwaterstand, maar in een te laag niveau van de kruipruimtebodem. Voor een onderzoek naar grondwateroverlast bij woningen zijn daarom vloerpeilen en diepten van kruipruimten van belang. Hiermee kunt u nagaan of de grondwaterstand te hoog is in relatie tot de bebouwing.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.