Het omgevingsplan na inwerkingtreding van de Omgevingswet

Vanaf de dag van inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft elke gemeente een omgevingsplan. Dat omgevingsplan bevat de oude bestemmingsplannen, de hemelwaterverordening (als de gemeente die heeft vastgesteld) en de bruidsschat. De bruidsschat De bruidsschat omvat een set regels over onderwerpen die vroeger door het Rijk werden geregeld, maar die sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet door het Rijk zijn losgelaten. Om een vacuüm in de regels te voorkomen, heeft het Rijk die regels aan het omgevingsplan toegevoegd. De bruidsschat bestaat, voor zover relevant voor dit onderdeel van de kennisbank, uit: de aansluitregels uit het Bouwbesluit 2012; en regels over lozingen in de riolering en de bodem uit: het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm); het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi); en het Besluit lozen afvalwater huishoudens (Blah). Het Rijk heeft er via de bruidsschat voor gezorgd dat deze regels op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet automatisch onderdeel van het omgevingsplan zijn geworden. Ze staan in hoofdstuk 22 van het omgevingsplan. Daardoor zal het meteen duidelijk zijn wanneer de gemeente de bruidsschat verwerkt heeft. Na die verwerking zullen de regels over activiteiten van hoofdstuk 22 worden verplaatst naar hun definitieve plek. Die plek zal in een ander hoofdstuk zijn, omdat omgevingsplannen uiteindelijk geen 22 hoofdstukken hoeven te bevatten. Het is aan de gemeenten om te bepalen hoe en waar ze deze regels willen verwerken. Ook de waterschappen hebben op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet een bruidsschat gekregen. Daarin staan, net als in het omgevingsplan, onder andere regels over lozen. Die regels gaan over de lozingen waarvoor het waterschap verantwoordelijk is, namelijk de lozingen in oppervlaktewater.