We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Na het kiezen van de onderdelen van voorzieningen in het functioneel ontwerp en de toegevoegde onderdelen voor secundaire functionaliteiten in het detailontwerp moeten deze onderdelen worden gedetailleerd. Daarbij gaat het om de exacte ligging, de maatvoering en de materiaalkeuze van alle onderdelen. De wijze waarop de onderdelen op elkaar zullen worden aangesloten, is ook een belangrijk onderwerp.
De exacte ligging De ontwerper stemt de exacte ligging van alle gekozen stelsels, voorzieningen en onderdelen van de voorzieningen integraal af met andere disciplines. Hierbij heeft elke discipline behalve de gewenste diepteligging en knikpunten ook aangegeven welke afstanden tot andere voorzieningen moeten worden aangehouden en wat erboven of eronder mag liggen. In zettingsgevoelige gebieden kan de hoogteliggi
De exacte ligging De ontwerper stemt de exacte ligging van alle gekozen stelsels, voorzieningen en onderdelen van de voorzieningen integraal af met andere disciplines. Hierbij heeft elke discipline behalve de gewenste diepteligging en knikpunten ook aangegeven welke afstanden tot andere voorzieningen moeten worden aangehouden en wat erboven of eronder mag liggen. In zettingsgevoelige gebieden kan de hoogteligging langer worden behouden door leidingen te onderheien. Onderheien van leidingen is echter niet gunstig als de omgeving te veel zakt ten opzichte van de leidingen. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld de vorming van kattenruggen (bobbels) in de weg. In zettingsgevoelige gebieden worden inlaten altijd met een zettingsconstructie uitgevoerd, zodat de kolk- of perceelaansluiting niet stukgaat bij zetting. Leidingen met onder- of overdruk moeten bereikbaar zijn in het geval van verstopping of een breuk. Daarom zal een ontwerper deze leidingen zoveel mogelijk naast de weg leggen, terwijl vrijvervalleidingen juist midden onder de weg liggen in verband met hun diepteligging en om ruimte te laten aan andere nutsleidingen. De exacte vorm en maatvoering De maatvoering is een detaillering van de capaciteiten, de afmetingen en de vorm die in het functioneel ontwerp zijn bepaald. Daarbij worden in het detailontwerp de precieze maten bepaald door de wanddiktes die nodig zijn in verband met de draagkracht, en de wijze waarop de verschillende onderdelen van de voorzieningen op elkaar moeten worden aangesloten. De vorm van verschillende onderdelen kunnen door de verdere detaillering afwijken doordat secundaire functionaliteiten aanpassingen vereisen. Bochten in riolen, bijvoorbeeld, worden bij voorkeur uitgevoerd in de put. Als een riool bij een put een knik moet maken, kan beter een aanpassing in of aan de constructie de put worden gedaan, in plaats van de richtingverandering als aangelijmd blok uit te voeren. Deze aangelijmde blokken maken het aansluitende riool beperkt bereikbaar voor reiniging en inspectie doordat de apparatuur een grotere kans loopt vast te raken of te beschadigen. De materiaalkeuze De keuze voor het materiaal waar de ontworpen voorzieningen van worden gemaakt, is zeer bepalend voor de levensduur van deze voorzieningen. De materiaalkeuze hangt samen met de belastbaarheid van de grond rondom de betreffende voorziening of fundering. Dat betekent dat de ontwerper goed op de hoogte moet zijn van de bodemopbouw rond de voorzieningen, de belasting die de voorzieningen zullen opleveren voor de bodem en de samenstelling van de waterstromen die verwerkt moeten worden. Daarnaast speelt de materiaalkeuze een steeds grotere rol als uitwerking van keuzes op het gebied van duurzaamheid. Voor leidingen zijn er diverse materialen beschikbaar, zoals kunststof (pvc, pp, hdpe, glasvezelversterkte kunststof), beton en keramiek. De ontwerper kiest het materiaal voor de leidingen op basis van de verwachte belasting, de volgens het functioneel ontwerp benodigde diameter van de buis, de samenstelling van het water en de kosten voor aanleg en onderhoud. Ook drainage- en infiltratieleidingen kunnen van verschillende materialen zijn gemaakt. Natuurlijke materialen als ongeglazuurde gebakken drainagepijpjes worden in de praktijk nauwelijks meer toegepast. Tegenwoordig worden drainageleidingen meestal gemaakt van kunststof: pvc, pp, hdpe of pvc. Voor infiltratieleidingen wordt in plaats van kunststof ook wel beton gebruikt, zeker voor de grote diameters. Faseringsstappen Als een stelsel gefaseerd wordt aangelegd, kan dat betekenen dat er tussentijds (tijdelijke) voorzieningen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat wat er wordt aangelegd, ook in de tijdelijke situatie gaat werken. Afhankelijk van de grondwaterstand is er tijdens de aanleg van een stelsel soms bemaling nodig om de grondwaterstand tijdelijk te verlagen. Dit kan problemen opleveren voor de omgeving, bijvoorbeeld door het ontstaan van zetting. Met name oude gebouwen kunnen hier last van hebben. Het is verstandig om een bemalingsadvies op te (laten) stellen waarin de omgevingsrisico’s een plek krijgen. Ook is het belangrijk om er goed over na te denken waar het bemalingswater geloosd gaat worden (oppervlaktewater, riolering). Zaken die hierbij een rol spelen, zijn de hoeveelheid water die geloosd moet worden, de kwaliteit hiervan en de eventueel benodigde vergunningen. Bemalingen kunnen de gewenste fasering ernstig beïnvloeden. De onderlinge relaties De ontwerper bepaalt de onderlinge relaties tussen stelsels en voorzieningen. Het gaat hierbij niet alleen om de relaties tussen de stelsels voor verschillende waterstromen in het stedelijk watersysteem, maar ook om de relaties tussen voorzieningen voor verschillende disciplines. Omdat de ontwerper er inzicht in heeft welke voorzieningen er worden ontworpen door andere stedelijke disciplines, kan hij verschillende functies combineren in één voorziening, of er juist voor zorgen dat voorzieningen elkaar niet in de weg zitten. Zo kan hij bijvoorbeeld een wadi inzetten voor waterberging, maar ook als ruimte voor speelvoorzieningen, of ervoor zorgen dat straatmeubilair naast goten wordt geplaatst en niet erin. Ook moet hij ervoor zorgen dat waterstromen langs verkeersdrempels worden geleid in plaats van er tegenaan en dat er voldoende afstand is tussen leidingen en boomwortels.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.