We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Voor private terreinen gelden in principe dezelfde eisen als voor een openbaar terrein. De kans op wateroverlast van een terrein kan gelijk zijn aan het openbare terrein, namelijk 1 maal per 2 jaar. Een goede oplossing is om de hemelwaterafvoer van woningen en gebouwen direct aan te sluiten op de openbare riolering met toepassing van een ontlastput en de terreinriolering binnen de perceelsgrens apart aan te sluiten. Hiermee wordt het risico va
Voor private terreinen gelden in principe dezelfde eisen als voor een openbaar terrein. De kans op wateroverlast van een terrein kan gelijk zijn aan het openbare terrein, namelijk 1 maal per 2 jaar. Een goede oplossing is om de hemelwaterafvoer van woningen en gebouwen direct aan te sluiten op de openbare riolering met toepassing van een ontlastput en de terreinriolering binnen de perceelsgrens apart aan te sluiten. Hiermee wordt het risico van wateroverlast binnen de woning of gebouw grotendeels voorkomen. De hemelwaterafvoer van het gebouw wordt dan bepaald volgens NTR 3216 met een regenintensiteit van 300 l/s/ha en eventuele reductiefactoren. Direct bij de gevel wordt een ontlastput geplaatst. Vanaf de ontlastput kan dan met een regenintensiteit/belasting van 110 l/s/ha worden gerekend. In tabel A staan voor de verschillende middellijnen van de terreinriolering aangegeven hoeveel m2 verhard oppervlak aangesloten kan worden op basis van een regenintensiteit van 110 l/s/ha. Uitgegaan is van een volledig gesloten verharding en geen berging op het oppervlak. middellijn maximaal verhard oppervlak in m2 bij 0,5 % hydraulisch verhang (5mm/m) maximaal verhard oppervlak in m2 bij 0,2 % hydraulisch verhang (2mm/m) ø 125 mm 550 350 ø 160 mm 1075 675 ø 200 mm 2000 1275 Tabel A - Maximaal aan te sluiten oppervlak per leiding conform tabel 8.07 van de NTR 3216 In Stappenplan berekening terreinriolering is een stappenplan opgenomen. Wel dient het beschikbare hydraulische verval groter of gelijk te zijn aan het aangenomen verhang uit tabel A. Onder beschikbaar hydraulisch verval wordt enigszins vereenvoudigd verstaan het verschil in hoogte van de ontlastput / straatkolk (minus een waking van 100mm) en de hoogte van bovenkant buis van de uitlegger ter plaatse van openbaar riool (plus een waking van 100mm) gedeeld door de afstand van de leidingen tussen deze 2 punten. Bij grote percelen is een nauwkeurigere bepaling van het beschikbaar hydraulisch verhang noodzakelijk. Bij de berekening van terreinriolering is het altijd van groot belang om te weten tot welk peil het water in de openbare riolering stijgt bij de maatgevende regenbui. Die stijghoogte kan in sommige situaties meer bepalend zijn dan ‘de hoogte van bovenkant buis’ van de uitlegger ter plaatse van openbaar riool. De kans dat deze situatie optreedt is in veel gevallen niet meer dan 2 keer per jaar. Het risico dat het hemelwatersysteem van het gebouw of de terreinriolering overbelast wordt is gering mede door de toepassing van de ontlastput.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.