We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeente heeft verschillende handhavingsinstrumenten om naleving van de aansluitregels (in het omgevingsplan en in sommige gevallen het Bbl) af te dwingen.
Handhavingsinstrumenten De gemeente kan: een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom opleggen (zie hieronder); soms de verleende vergunning intrekken (art. 5.40, lid 2, Ow in samenhang met art. 18.10 Ow); in bijzondere gevallen de bouw- of sloopwerkzaamheden stilleggen (art. 19.4, lid 2, Ow). Verschil bestuursdwang en dwangsom Bestuursdwang Als de
Handhavingsinstrumenten De gemeente kan: een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom opleggen (zie hieronder); soms de verleende vergunning intrekken (art. 5.40, lid 2, Ow in samenhang met art. 18.10 Ow); in bijzondere gevallen de bouw- of sloopwerkzaamheden stilleggen (art. 19.4, lid 2, Ow). Verschil bestuursdwang en dwangsom Bestuursdwang Als de rioolaansluiting niet (meer) aan de eisen voldoet, kan de gemeente bestuursdwang toepassen. Zij geeft dan aan wat de eigenaar moet herstellen en op welke termijn dit moet gebeuren (tenzij het gebrek van dien aard is dat het direct hersteld moet worden). Ook laat de gemeente de eigenaar weten dat als bij het verstrijken van de termijn het herstel nog niet heeft heeft plaatsgevonden, de gemeente het herstel op kosten van de eigenaar zal laten uitvoeren. Dwangsom Bij toepassing van een dwangsom geeft de gemeente aan dat zij strafbetaling van de eigenaar zal vorderen als de reparatie niet binnen een bepaalde periode heeft plaatsgevonden. De gemeente kiest zelf welk instrument zij gebruikt (art. 18.2 Ow, op basis van een combinatie van de Gemeentewet (art. 125) en de Algemene wet bestuursrecht (afdelingen 5.3 en 5.4)). Uitgangspunt daarbij is dat de gemeente in principe kiest voor het sanctietype dat het meest rechtstreeks naar het beoogde beleidsdoel leidt, namelijk de noodzakelijke reparatie of verbetering. NB In het besluit om een last onder bestuursdwang of dwangsom op te leggen, kan de gemeente bepalen dat dit besluit ook geldt voor eventuele zogenoemde rechtsopvolgers. Dus als iemand bestuursdwang krijgt opgelegd en hij tussentijds zijn huis of bedrijf verkoopt, dan is het besluit ook af te dwingen bij de nieuwe eigenaar. Technische kwaliteit waarborgen De gemeente kan en moet de handhavingsinstrumenten in beginsel gebruiken om de technische kwaliteit van de perceelaansluitleiding te waarborgen. Na aanleg moet deze kwaliteit goed genoeg blijven, zowel qua waterdichtheid als qua ligging. Ook na eventuele verzakking (denk aan de mogelijke gevolgen van bodemdaling) moet er nog voldoende afschot richting het openbare riool zijn. Bij een oorspronkelijk gescheiden systeem moet de gemeente foutieve aansluitingen voorkomen. Dwingend herstel is mogelijk als de aansluitleiding technisch niet meer voldoet of als onderzoek (als vorm van toezicht) foutieve aansluitingen aan het licht brengt. Handhaving afstemmen Het bevoegd gezag om te handhaven is het bestuursorgaan dat de omgevingsvergunning heeft verleend. In verreweg de meeste gevallen is dit B&W. Maar als een ander bestuursorgaan (bijvoorbeeld Gedeputeerde Staten (GS)) over een omgevingsvergunning voor een complex, veelomvattend project heeft beslist, is dat bestuursorgaan ook het bevoegd gezag voor de handhaving. Ook kan meer dan één bestuursorgaan tot bestuurlijke handhaving bevoegd zijn. Het is dus belangrijk om (ook) hier goed af te stemmen. De Omgevingswet (Ow) verplicht ook tot afstemming. Deze wet schrijft een regelmatig overleg voor tussen de overheden die belast zijn met de handhaving van de Omgevingswet (art. 18.27 Ow). GS hebben op dit punt een coördinerende rol (art. 18.26 Ow). Als niet alleen B&W maar ook een ander bestuursorgaan in een bepaald geval tot handhaving bevoegd is, moeten beide bestuursorganen elkaar op de hoogte stellen van eventuele handhavingsbesluiten. Handhaven is een plicht, overtredingen verjaren niet Volgens vaste rechtspraak is handhaven een plicht en is niet-handhaven of gedogen een uitzondering die het bevoegd gezag per geval voldoende moet motiveren. Dit geldt ook voor overtredingen van de rioleringsvoorschriften. In de publiekrechtelijke bouwregelgeving verjaren overtredingen niet. Tijdsverloop is geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan het bevoegd gezag moet afzien van handhavend optreden.1 Ook als de overheid (in dit geval de gemeente) een overtreding langere tijd stilzwijgend heeft gedoogd, kan zij in de regel alsnog tot handhaving overgaan.2 Zeker na een beleidswijziging op basis van nieuwe inzichten, kan de gemeente een verscherpt handhavingsbeleid voeren. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van klimaatverandering die effect hebben op het stedelijk waterbeheer. Een goede motivering is dan natuurlijk wel van belang. Als bestaande gedoogde situaties in redelijkheid niet onmiddellijk beëindigd kunnen worden, kan de gemeente het nieuwe beleid vaststellen en openbaar bekendmaken, met daarbij een duidelijke overgangstermijn. Meer informatie buiten de kennisbank Meer informatie over het handhaven van de bouwregelgeving voor bestaande bouw vindt u op BWTinfo. 1 ABRvS 13 juni 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA7093. 2 De specifieke omstandigheden kunnen zodanig zijn dat handhaving niet mogelijk is, zie ABRvS 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1823.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.