GWSW: blok aan het been of oplossing?

Laatst geacĀ­tuĀ­aliseerd 12 maart 2019

Leendert van Wolfswinkel (Nelen & Schuurmans) en Jaco van den Bosch (J en L Datamanagement) zijn nu een half jaar GWSW-adviseur. Hoe gaan zij te werk en wat levert hun advies gemeenten op?

Databeheer is voor veel gemeenten een opgave. Vaak ontbreken tijd en deskundigheid om met digitale gegevens aan de slag te gaan. En dan is er met het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW) ook nog een standaard bijgekomen, wat alleen maar weer méér werk met zich mee lijkt te brengen. Maar volgens Leendert van Wolfswinkel biedt het GWSW juist een oplossing. ‘Als gemeente moet je alleen even door de zure appel heen bijten. Je moet je voorstellen dat je een enorme schuur hebt met ontzettend veel spullen erin. Dat is veel werk om allemaal op te ruimen. Maar als je het hebt gedaan, kun je mooie dingen doen met die schuur. Op basis van kwalitatief goede gegevens kun je een stedelijk watersysteem doelmatiger beheren en beter risicogestuurde beleidskeuzes en planningen maken.’

Nut van de GWSW-standaard

‘We vertellen gemeenten vooral hoe ze aan de GWSW-standaard kunnen voldoen en wat het probleem is als ze er niet aan voldoen’, vult Jaco van den Bosch aan. ‘Als je aan de standaard voldoet, weet je in elk geval dat je in de hoofdstructuur over hetzelfde spreekt. Er zijn nu verschillende pakketten in omloop die voor een gemeente vaak nog deels op maat zijn ingericht. Als een gemeente dan een adviesbureau inschakelt om bijvoorbeeld een hydraulische berekening te doen, blijken vaak gegevens te ontbreken of er ontstaat spraakverwarring doordat beide partijen andere termen hanteren of doordat de gemeente niet goed weet wat ze aan gegevens heeft. Dat levert veel extra werk, kosten, minder kwaliteit, vertraging én frustratie op. Als je met de GWSW-standaard werkt, is meteen te zien of er voldoende gegevens zijn voor zo’n berekening, is het adviesbureau minder tijd kwijt aan informatie die niet klopt en worden er minder fouten gemaakt. De inspanning verdient zich heel snel terug.’

Eerst globale check

Hoe ziet zo’n GWSW-adviestraject eruit? De vragen van gemeenten zijn divers. De een wil weten in hoeverre de data voldoen aan het GWSW, een ander wil weten hoe ze het GWSW kan inzetten in de regionale samenwerking en weer een ander weet niet waar ze moet beginnen om de data op orde te krijgen. In principe begint elk traject ongeveer hetzelfde. Eerst kijkt de adviseur globaal naar de huidige dataset om te beoordelen of er voldoende gegevens zijn om een eerste GWSW-nulmeting te kunnen doen. ‘Is dat niet het geval, dan helpen we om de relevante data bij elkaar te brengen’, zegt Van Wolfswinkel. ‘Een dataset is nooit perfect, maar bepaalde basisgegevens mogen niet ontbreken als je bijvoorbeeld een nieuw water- en rioleringsplan wilt maken of hydraulische berekeningen wilt laten uitvoeren. We gaan dus niet maanden meten en vastleggen, we beperken ons in eerste instantie tot het noodzakelijke.’

GWSW-advies op maat

Als de basis enigszins op orde is, volgt de nulmeting. Deze neemt gemiddeld enkele dagen in beslag. Hiervoor mailt de gemeente een exportbestand van haar dataset naar de adviseur, die de gegevens uploadt naar en valideert op de GWSW-server. De logbestanden die er vervolgens uitrollen, vertaalt hij naar een concreet advies. Van Wolfswinkel licht toe: ‘We controleren datasets tegen de kwaliteitseisen die in het GWSW opgenomen zijn op basis van wat werkgroepen van deskundige beheerders hebben vastgesteld als minimaal benodigd per toepassing. Uit die logbestanden haal ik allerlei foutjes, zoals ontbrekende buisafmetingen of putten. Maar het komt ook voor dat in een systeem met drie hemelwaterstelsels maar één uitlaat bekend is. In het rapport koppelen we deze afwijkingen terug. Daarbij brengen we bijvoorbeeld categorieën aan: zoveel putvormen zijn onbekend of zoveel gemalen of uitlaten ontbreken. Ook zetten we alles op kaart, zodat de beheerder per wijk of buurt kan zien in hoeverre de data op orde zijn. De details, bijvoorbeeld om welke leiding of put het gaat, kan hij in GIS-bestanden bekijken.’
 
‘We geven ook aan welke gegevens wél op orde zijn, dat is ook belangrijk’, vult Van den Bosch aan. ‘En wat de gemeente kan doen om de ontbrekende gegevens aan te vullen, bijvoorbeeld door een steekproef of inmeting te doen. Soms blijken gegevens er wel te zijn, maar zitten ze in een ander bestand. En soms moeten inspectie- of revisiegegevens nog ingevoerd worden.’

Zelf de regie voeren

Met het rapport biedt een GWSW-adviseur als het ware een agenda voor de gemeente om op korte of wat langere termijn aan de GWSW-standaard te voldoen. ‘De nulmeting is in feite een managementtool’, zegt Van den Bosch. ‘Het geeft richting aan de te nemen stappen. De prioriteiten voor die stappen stelt de gemeente zelf. En dan kan ze na verloop van tijd nog eens een nulmeting laten doen om te kijken hoe ze ervoor staat. Uiteindelijk kun je alleen met goede en betrouwbare gegevens je rioleringsbeheer optimaliseren en zo doelmatig mogelijk maken. Bovendien kun je veel tijd en geld besparen bij allerlei vervolgonderzoeken, zoals de stresstest wateroverlast. Je weet waarover je het hebt, je spreekt in dezelfde termen als het ingenieursbureau en kunt dus ook makkelijker de regie voeren.’

Antwoord op cruciale vraag

Het op orde brengen van de data mag het dagelijks beheerproces niet belemmeren. Om een dataset op te werken tot het GWSW-kwaliteitsniveau, lijkt een extra investering dus onontkoombaar. Van Wolfswinkel: ‘In principe kan elk ingenieursbureau ook wel een hydraulisch model maken zonder dat een gemeente alle ontbrekende gegevens in het beheersysteem aanpast. Maar we adviseren altijd om daar wel extra tijd en geld in te steken, omdat dat zich heel snel terugbetaalt. Hoe meer je je data op orde hebt, hoe sneller je het ziet als dingen niet met elkaar kloppen. Het lijkt soms ‘gepriegel met digitale details’, maar het heeft grote invloed op de vraag waar het uiteindelijk om gaat: moet je maatregelen nemen, en zo ja welke, waar en wanneer?’

Samenwerking in de regio

Het GWSW is voor samenwerkende gemeenten een laagdrempelige eerste stap om te zien wat het oplevert om gegevens met elkaar uit te wisselen en te inventariseren welke vervolgvragen er dan zijn. Hiermee is regio Rijnland nu aan de slag gegaan. Van Wolfswinkel: ‘Elke gemeente kan haar dataset uploaden naar de GWSW-server en krijgt een link van de andere gemeenten naar een online kaart (in een GIS-omgeving). Als een van de samenwerkingspartners haar data synchroniseert met de GWSW-server, hebben alle anderen ook meteen toegang tot de meest actuele versie.’

GWSW-adviseur inschakelen?

Wilt u weten hoe de dataset van uw gemeente ervoor staat? Of kunt u wel wat hulp gebruiken om het databeheer in goede GWSW-banen te leiden? De GWSW-adviseurs helpen u graag op weg. Op de RIONEDwebsite vindt u de contactgegevens.