We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Op deze pagina leest u welke gegevens met betrekking tot het meten van grondwaterstanden u moet aanleveren aan de Basisregistratie Ondergrond (BRO), en hoe u gemeten grondwaterstanden in een grafiek zet.
BRO U bent verplicht om de vaste kenmerken van de peilbuizen, de bijbehorende boorbeschrijving en de gemeten grondwaterstanden aan te leveren aan het bronhoudersportaal van de Basisregistratie Ondergrond, de BRO. Het is daarom belangrijk om erover na te denken hoe u uw gegevens in een database wilt bewaren. Gegevens die u moet va
BRO U bent verplicht om de vaste kenmerken van de peilbuizen, de bijbehorende boorbeschrijving en de gemeten grondwaterstanden aan te leveren aan het bronhoudersportaal van de Basisregistratie Ondergrond, de BRO. Het is daarom belangrijk om erover na te denken hoe u uw gegevens in een database wilt bewaren. Gegevens die u moet vastleggen, zijn: Peilbuiskarakteristieken: x- en y-coördinaten, foto van de locatie, NAP-hoogte kop peilbuis, NAP-hoogte maaiveld, diameter peilbuis en filterstelling. De boorbeschrijving. Bij meting met een datalogger: serienummer, meetfrequentie, startdatum en draadlengte. Controlemetingen van de grondwaterstanden met datum en tijdstip. Grafieken Verwerk de gemeten grondwaterstanden tot grafieken. Controleer de grafieken altijd op fouten. In het onderdeel Meetgegevens verwerking en analyse vindt u meer informatie over het verwerken van meetgegevens. De grafiek kan de volgende gegevens weergeven: De grondwaterstand ten opzichte van NAP. De maaiveldhoogte. De gewenste ontwateringsdiepte. De representatieve hoge grondwaterstand (RHG) en de representatieve lage grondwaterstand (RLG). Het polderpeil. De hoeveelheid neerslag. Figuur A Voorbeeld grondwatergrafiek gecombineerd met neerslaggegevens Vergroot afbeelding
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.