Een grasveld heeft een gemiddelde doorlatendheid van 0,5 m/dag. Verondersteld is dat:

  • de doorlatendheid van de grond onder de toplaag van het gras groter is dan 0,5 m/dag;
  • het grondwater niet vlak onder het maaiveld staat.

In deze simulatie is het functioneren van het grasveld zonder laagteberging en met een laagteberging van 20 en 50 mm vergeleken (zie figuren A, B en C). Daarbij is aangenomen dat het water dat de tuin niet kan bergen of dat niet in de grond kan infiltreren, op straat komt te staan. Gerekend is met bui Herwijnen, zonder klimaateffect.

Uit de resultaten blijkt duidelijk dat een laagteberging wateroverlast en water op straat flink beperkt.

In de praktijk kan de doorlatendheid van een grasveld door intensief gebruik behoorlijk laag zijn. Bij zeer extreme buien komt vaak ook onverhard oppervlak tot afstroming.

Particulieren worden opgeroepen om, tegen de trend in, hun tuin niet verder verstenen, maar juist de verharding weg te halen. In de communicatie over het ontharden van tuinen wordt ten onrechte niet gestimuleerd om een laagteberging aan te brengen. Daar zit het grootste potentieel om wateroverlast te voorkomen of beperken.

Figuur A Bui Herwijnen, waterbalans cumulatief: doorlatendheid gras 0,5 m/dag, geen laagtebergingVergroot afbeelding
Figuur B Bui Herwijnen, waterbalans cumulatief: doorlatendheid gras 0,5 m/dag, laagteberging 20 mmVergroot afbeelding
Figuur C Bui Herwijnen, waterbalans cumulatief: doorlatendheid gras 0,5 m/dag, laagteberging 50 mmVergroot afbeelding

 

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel