We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het is onbekend of en in welke mate er emissie van CH4 en N2O plaatsvindt in/uit het riool. In Tabel A is een samenvatting gegeven van inschattingen van emissiefactoren. Deze emissiefactoren hebben betrekking op de emissies op de rwzi. De emissiefactoren uit de studie van Daelman zijn gemeten bij de Kralingseveer rwzi in Nederland. De emissiefactoren zijn omgerekend naar een percentage van het in de voedselres
Het is onbekend of en in welke mate er emissie van CH4 en N2O plaatsvindt in/uit het riool. In Tabel A is een samenvatting gegeven van inschattingen van emissiefactoren. Deze emissiefactoren hebben betrekking op de emissies op de rwzi. De emissiefactoren uit de studie van Daelman zijn gemeten bij de Kralingseveer rwzi in Nederland. De emissiefactoren zijn omgerekend naar een percentage van het in de voedselresten aanwezig koolstof en stikstof. Tabel A Vergelijking emissiefactoren voor rwzi, waarde uitgedrukt in % van aanwezige C en N in voedselresten I&M, 2013 STOWA, 2010 Daelman, 2013 Gevoeligheidsanalyse CH414 1,7% 1,7% 1,1% 2,7% N2O15 0,064% 0,032% 2,8% 1,6% In deze studie is de emissiefactor van I&M voor methaan en de emissiefactor van STOWA voor lachgas als uitgangspunt genomen. Omdat er onzekerheid is over de emissies door omzetting van organische stof in de riolering hebben we een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Om een indicatie te geven van het effect op de resultaten is gekeken wat het effect zou zijn als 1% van de koolstof en 1% van de stikstof (additioneel) wordt omgezet in CH4 en N2O. Voor de gft-routes is ook gekeken naar diffuse emissie van methaan. Hierbij is uitgegaan van een emissie van 1% van de koolstof als methaan. Figuur A Gevoeligheidsanalyse 1% diffuse emissies – emissie van CH4 en N2OVergroot afbeelding 1% diffuse emissies van CH4 en N2O leidt tot ongeveer 2,7 mPt extra milieueffecten. Voor de waterketen worst case leidt dit al een verhoging van meer dan 10% van het resultaat in single score. Bij de waterketen best case is er sprake van een kanteling van een milieuvoordeel naar een milieunadeel. Bij de nieuwe waterketen is er inclusief 1% diffuse emissies nog steeds sprake van een klein milieuvoordeel. Bij de gft-route worst case laat 1% diffuse emissie van koolstof het kleine milieuvoordeel omslaan in een klein milieunadeel. Bij de gft-route best case wordt het voordeel met ongeveer 8% gekort. Deze gevoeligheidsanalyse geeft aan dat het de moeite waard is om verder onderzoek te verrichten naar diffuse emissies in de riolering. 14 I&M, 2013: 0,007 kg CH4/kg CZV influent voor RWZI zonder gisting 0,0085 kg CH4/kg CZV influent voor RWZI met gisting. STOWA, 2010 houdt dezelfde emissiefactoren voor CH4 aan als I&M, 2013. Daelman, 2013: 0,011 kg CH4/kg CZV influent. 15 I&M, 2013: 0,001 kg N2O/kg N-kj influent (N-totaal en N-Kj mogen hier gelijk worden verondersteld). STOWA, 2010: laagbelaste RWZI’s hebben lagere N2O-emissies: 0,0005 kg N2O/kg N-Kj influent. Daelman, 2013: 0,028 kg N2O/kg N-influent (Daelman, et al., 2013).
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.