Gegevensbeheer

Volgens het contract tussen gemeente en leverancier moest de leverancier de meetgegevens eens in de drie maanden uitlezen en aanleveren. De leverancier is deze verplichting wel nagekomen, maar dit is niet vlekkeloos verlopen. De adviseur moest herhaaldelijk bellen en aansporen tot actie. Personele wisselingen bij de leverancier speelde hierbij een belangrijke rol. Gegevens verwerken De adviseur controleerde de ontvangen meetgegevens en bracht opmerkingen over aan de gemeente. Door de onduidelijke rolverdeling in het overgangstraject heeft de gemeente een periode niet of nauwelijks aandacht besteed aan de opmerkingen. Pas na een veldbezoek en nieuwe afspraken hierover vulde de gemeente dit beter in. Ook is besloten in het overgangstraject de meetgegevens van permanente meters op te nemen in het tijdelijke beheerpakket, aangezien het informatiesysteem nog niet klaar was. Bij gebrek aan afspraken over het bestandsformat van de permanente meters leverde de leverancier de gegevens in een uiterst onhandzaam format aan. Via een nieuw protocol vindt het inlezen van de meetgegevens nu geautomatiseerd plaats. De neerslaggegevens kwamen lange tijd van een weeramateur. Deze amateur wijzigde periodiek het format van de uitvoer, wat het geautomatiseerd inlezen frustreerde. Daarom kostte het inlezen van de neerslaggegevens veel tijd. Dit traject is gestopt in afwachting van het permanente meetnet. Leerpunt: Maak vooraf afspraken over het uitwisselingsformaat. Dat verhoogt de efficiëntie van gegevensverwerking aanzienlijk. Gegevens valideren De adviseur beheerde en valideerde alle meetgegevens. Het opslagmedium was de server van het adviesbureau, waarvan dagelijks een back-up werd gemaakt. De ruwe meetwaarden zijn bewaard gebleven. Ook kregen de meetgegevens labels als “ruw”, “twijfelachtig”, “gecorrigeerd” en “goed”. De meetgegevens ondergingen vervolgens verschillende controleslagen: De adviseur heeft alle relevante meetgegevens met behulp van grafieken visueel beoordeeld. Hierbij heeft hij meetgegevens (niveaumetingen onderling en riolering-oppervlaktewater) ook met elkaar in verband gebracht (zie figuur A). Op sommige locaties hingen zowel tijdelijke als permanente meters. Op twee locaties bleek hierbij een fors verschil te bestaan tussen de geregistreerde waterniveaus (20 cm en 40 cm). Daarom zijn de meetlocaties bij droog weer bezocht, wat geen verdere informatie heeft opgeleverd (zie figuur B). Een geautomatiseerde controle stelde vast op welke dagen gegevens misten (zie tabel A). Figuur A Visualisatie in grafiek van samenhang tussen metingenVergroot afbeelding   Figuur B Verschil in referentieniveau tussen twee meters op dezelfde locatieVergroot afbeelding   Tabel A Resultaat check op ontbrekende data. Groen = 100% aanwezig, oranje aantal dagen met missende gegevensVergroot afbeelding Analyse De adviseur heeft sommige metingen na validatie gecorrigeerd en de gecorrigeerde data verder geanalyseerd. Van de bevindingen maakte hij driemaandelijkse rapporten. In tabel B ziet u een rapport na ongeveer drie jaar meten. De permanente meetpunten nemen de tijdelijke meetpunten pas over nadat deze 100% betrouwbaar zijn. Tabel B Rapportage bevindingen meetpuntenVergroot afbeelding Overstortrapportages zijn automatisch te genereren. De waterbeheerder heeft toegang tot de website en kan de rapportage zelf genereren. Leerpunt: Het geleidelijk laten vervallen, verplaatsen en nieuw oprichten van meetpunten vergt een zorgvuldige administratie. Leerpunt: Gooi geen data van oude meetapparatuur weg; een lange meetreeks met hiaten kan waardevoller zijn dan een korte foutloze meetreeks.