Verhardingselement doorlatend ontwerpen

Waterdoorlatende elementverharding kan bestaan uit: poreuze verhardingselementen (zoals stenen en asfalt); halfverharding (zoals grasbetontegels en versterkte grasmatten); waterpasserende verharding (veelal klinkers waarbij de voeg gebruikt wordt voor infiltratie). Toepassing De ontwerper kan de verhardingselementen toepassen in woonstraten en op pleinen, en op terrassen en opritten. Halfverharding is alleen geschikt voor minder zwaar belaste oppervlakken zoals parkeerplaatsen en voetpaden. De bovengrondse belasting bepaalt dus welke soort elementverharding het best gebruikt kan worden. De elementverharding ligt bij voorkeur vlak en waterpas. Zo verdeelt het water zich het beste over alle elementen. De inzameling van het water is dan optimaal en is er ook geen klein oppervlak dat meer met vuil wordt belast dan de rest. Een nadeel van vlak liggende wegverharding is dat deze minder zwaar belast kan worden dan bol gestraatte verharding. Met de keuze van het materiaal en de dikte van de vlijlaag waarop de elementen komen te liggen kan de ontwerper dit nadeel wat beperken. Inzameling  Doorlatende verhardingselementen worden regelmatig op bergende of infiltrerende cunetten aangelegd. Voordeel daarvan is dat er dan minder, of zelfs geen kolken nodig zijn om het water in het cunet te brengen. Het water komt dan, nadat het door de verharding is gezakt, in een speciaal daarvoor aangelegd cunet terecht. Als de natuurlijke ondergrond geschikt is om het water snel op te nemen, kunnen de verhardingselementen op een vlijlaag worden aangebracht zonder dat daaronder een cunet hoeft te worden aangebracht (of slechts een cunet met beperkte dikte). De doorlatendheid van verhardingselementen zelf moet groter zijn dan die van de onderliggende lagen (vlijlaag, cunet en eventuele infiltratie-elementen). Daarmee wordt voorkomen dat er al bij kleine buien water op straat ontstaat. Begroeiing Als het de bedoeling is dat de halfverharding begroeid raakt, dan moet er een passend substraat worden gekozen tussen de elementen. Dat substraat moet voldoende water doorlaten, maar de planten ook voldoende voedingsstoffen en water bieden.