We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Tussen 2012 en 2017 is in Nederland veel (aanvullend) onderzoek gedaan naar de ‘historische’ argumenten om verbeterd gescheiden rioolstelsels (vgs) aan te leggen. Deze pagina gaat over de rol van ‘nieuwe stoffen’ bij het beoordelen van het belang van foutaansluitingen.
Het inschatten van de effecten van foutaansluitingen gaat vaak aan de hand van de ‘klassieke’ parameters, zoals zuurstofvragende stoffen (BZV, CZV), nutriënten (N-totaal, P-totaal) en hygiënische betrouwbaarheid. Vaak blijkt dan dat alleen kleine en/of gevoelige oppervlaktewateren problemen kunnen ervaren door foutaansluitingen, bijvoorbeeld eutrofiëring in een
Het inschatten van de effecten van foutaansluitingen gaat vaak aan de hand van de ‘klassieke’ parameters, zoals zuurstofvragende stoffen (BZV, CZV), nutriënten (N-totaal, P-totaal) en hygiënische betrouwbaarheid. Vaak blijkt dan dat alleen kleine en/of gevoelige oppervlaktewateren problemen kunnen ervaren door foutaansluitingen, bijvoorbeeld eutrofiëring in een vijver of een meertje dat niet aan de zwemwaterkwaliteit voldoet. De emissie van zuurstofvragende stoffen en nutriënten door foutaansluitingen valt vaak in het niet vergeleken met die van rwzi-effluent en/of gemengde riooloverstorten. Hierdoor worden foutaansluitingen zelden aangewezen als voornaamste oorzaak achter systeembrede waterkwaliteitsproblemen. Met een toenemende kennis over ‘nieuwe stoffen’ in afvalwater gaat dit wellicht veranderen. Denk aan hormoonverstorende stoffen, medicijnresten, röntgencontrastvloeistof, antibioticaresistente bacteriën en chemicaliën gerelateerd aan drugscriminaliteit. Als zou blijken dat het lozen van deze stoffen in oppervlaktewater zelfs in kleine hoeveelheden ongewenst is, zal de diffuse bijdrage vanuit foutaansluitingen hoger op de agenda komen te staan. Uit recent onderzoek blijkt bovendien dat voor de lozing van (antibioticaresistente) bacteriën foutaansluitingen niet langer gelden als het ‘kleine broertje’ van rwzi’s en gemengde overstorten; uit de drie bronnen komen vergelijkbare aantallen resistente bacteriën. Dit betekent dat maatregelen bij rwzi’s en/of gemengde overstorten mogelijk niet volstaan om deze lozing terug te dringen en dus ook het aantal foutaansluitingen omlaag moet.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.