Functies en competenties

Laatst geac­tu­aliseerd 08 juni 2021

De Branchestandaard gemeentelijke watertaken beschrijft vier hoofdrollen in stedelijk waterbeheer en rioleringsbeheer. Welke competenties horen bij uw rol? En welke normfunctie past daarbij? De branchestandaard helpt u bij het vinden van een antwoord op deze vragen.

Rollen stedelijk waterbeheer

De branchestandaard onderscheidt vier hoofdrollen in stedelijk waterbeheer en rioleringsbeheer, namelijk: beleidsmedewerker, beheerder, gegevensbeheerder en ontwerper.

Normfuncties en competenties

De meeste gemeenten gebruiken HR21 om hun functiegebouw op te stellen. Op basis van het advies van de leveranciers van HR21 heeft Stichting RIONED vastgelegd welke normfuncties en competenties passen bij de vier hoofdrollen. De normfuncties geven ook een indicatie voor de inschaling. 
De toelichting (van leveranciers HR21) geeft aan dat verschillende normfuncties in aanmerking komen gelet op de omstandigheden en behoeften van de gemeente. De competenties zijn overgenomen en aangevuld met samenwerking. Met de verdeling van taken tussen de verschillende waterorganisaties en de relevantie van diverse gemeentelijke beleidsterreinen mag deze competentie niet ontbreken. 

Figuur A Overzicht van hoofdrollen, normfuncties en de bijbehorende competenties die opgenomen zijn in de Branchestandaard Gemeentelijke Watertaken.Vergroot afbeelding

Inschaling aan de hand van normfuncties

Voor de meeste functies kent HR21 een vaste koppeling tussen normfunctie en inschaling (bij volledige geschiktheid). Met de gekozen functies liggen dan ook de bijbehorende functieschalen vast. Uiteraard kan een professional die nog niet volledig aan de eisen voldoet een inloopschaal krijgen.

  • Beleidsmedewerker riolering: Medewerker ontwikkeling III (schaal 10) of Medewerker ontwikkeling II (hoger dan schaal 10, maar afhankelijk van het functiegebouw van de gemeente).
  • Beheerder: Medewerker Toezicht III (schaal 9) of IV (schaal 8) en bij een combinatie met ontwerptaken Medewerker ontwerp en voorbereiding III (schaal 10) of IV (schaal 9). 
  • Gegevensbeheerder: Medewerkers gegevens II (schaal 9) of III (schaal 8). 
  • Ontwerper: Medewerker ontwerp en voorbereiding III (schaal 10) of IV (schaal 9).

De keuze uit deze functies hangt af van de taakverdeling, die binnen de gemeente kan verschillen maar ook per persoon. Een gegevensbeheerder die meedenkt met de beleidsmedewerker en advies geeft over de gewenste gegevens of inrichting van systemen, komt in aanmerking voor Medewerker gegevens II. Zijn collega die gegevens invoert en controleert, zal eerder de functie Medewerker gegevens III krijgen.

Daarnaast kan uw gemeente (of samenwerkingsverband) andere functies in het stedelijk waterbeheer creëren, zoals programmamanagers, strategisch adviseurs of regisseurs. De inschaling daarvan ligt vaak boven schaal 10 en is daarmee afhankelijk van het eigen functiegebouw. 

Download het model branchestandaard gemeentelijke watertaken (Excel bestand).

 

Om u sneller op weg te helpen verwijzen wij hieronder waar u in het model welke informatie vindt die aansluit op de informatie op deze webpagina.

 

In het Excel tabblad ‘De persoon’ zijn de gewenste niveaus en competenties per rol en normfunctie uitgewerkt.
 

Elke gedragscompetentie kun je in meer of mindere mate bezitten. In de branchestandaard geven we dit verschil aan in vier niveaus. In het tabblad ‘Beschrijving competenties’ vindt u een omschrijving van de competenties per niveau.

Welke kennis en competenties zijn aanwezig, welke niet en wat kan versterking in uw organisatie gebruiken? Ga aan de slag met de Branchestandaard-organisatiescan.