Evaluatie

Mogelijke evaluatiemomenten zijn: Na afronding van het meetplan. Na oplevering van het meetnet. Tussentijdse evaluaties tijdens de operationele fase (bijvoorbeeld 1 x per kwartaal). Uitgebreide evaluaties tijdens de operationele fase (bijvoorbeeld 1 x per jaar). Bij een tijdelijk meetnet na afloop van het meetprogramma. Evaluatie opstellen meetplan De formele goedkeuring van het meetplan is een goed moment voor een eerste evaluatie. U werkt nu een aantal maanden samen met uw team. Is iedereen voldoende betrokken bij het meten? Verlopen communicatie en afstemming soepel of zijn er zaken die u met elkaar kunt verbeteren? Evaluatie realisatie meetnet De formele oplevering van het meetnet kunt u gebruiken voor een tweede evaluatie. Tijdens de installatie, controles en duurproef is regelmatig afstemming geweest tussen de binnen- en buitendienst. Hebben de betrokkenen elkaar goed kunnen vinden? Is gewerkt en gecommuniceerd volgens de gemaakte afspraken? Wellicht hebben onverwachte problemen bij de realisatie geleid tot wijzigingen. Zijn er speciale aandachtspunten voor de operationele fase? Tussentijdse evaluaties Tijdens de operationele fase evalueert u regelmatig of alles nog goed verloopt. Datavalidatie U begint met de resultaten van de datavalidatie. Voldoen de meetgegevens aan de kwaliteitseisen die u vooraf hebt gesteld? Als dit niet zo is, moet u de oorzaak achterhalen en wegnemen. Dit kan bijvoorbeeld door vaker te valideren en geconstateerde fouten in het meetnet zo snel mogeijk te corrigeren. Gebruik meetdata Als tweede evalueert u het gebruik van de meetdata. Bij meetprogramma's voor een specifiek onderzoek bekijkt u of de uitkomsten van de eerste analyses antwoord geven op de onderzoeksvraag (informatiebehoefte/meetdoel). Als de eerste analyses erop duiden dat de metingen onvoldoende informatie opleveren, kunt u overwegen meetlocaties te wijzigen of toe te voegen of apparatuur te vervangen. Wanneer u meet om uw systeem te sturen, gaat u na of de sturing goed functioneert en het gewenste effect oplevert. Is dat niet het geval, dan kunt u de problemen (laten) oplossen of het sturingsprotocol aanpassen. Uitgebreide evaluaties Af en toe moet u het gehele meetprogramma uitgebreider evalueren. Daarbij kijkt u in elk geval naar de volgende punten: Wat wilde u met het meten te weten komen (het meetdoel) en wat heeft het meten opgeleverd? Worden de uitkomsten van het meten goed benut? Wat was de geraamde meetinspanning (in tijd en geld) en wat is werkelijk besteed? Welke nieuwe informatiebehoefte is ontstaan? Functioneert de meetapparatuur nog naar behoren of nemen de onderhoudsinspanningen dusdanig toe dat u apparatuur moet vervangen? Uiteraard kunt u nog aanvullende criteria opstellen. Eindevaluatie Bij de afronding van een meetprogramma beantwoordt u dezelfde vragen als bij de uitgebreide evaluatie. Aanvullend schenkt u aandacht aan hoe de verwijdering van de meetopstellingen is verlopen en welke aandachtspunten er zijn voor eventuele vervolg- of nieuwe meetprogramma's. Leg alle evaluatiepunten per evaluatiemoment vast in het meetplan. Dan hebt u duidelijke ijkpunten die u kunt gebruiken om de voortgang te controleren.