We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Met de systematiek van de Ecologische Sleutelfactoren (ESF) krijgen waterbeheerders inzicht in hoe een watersysteem ecologisch functioneert. Dit is belangrijk om de waterkwaliteit en ecologie doeltreffend te kunnen verbeteren. Deze pagina gaat over het ESF-cluster Bufferzone en waterplanten met twee sleutelfactoren: ESF-r7 Bufferzone en ESF-r8 Waterplanten. Beide zijn van toepassing op stromend oppervlaktewater.
Figuur A ESF-cluster Bufferzone en waterplanten (Bron: STOWA)a class="js-lightbox" data-effect="mfp-zoom-in" href="/documents/20182/3331544/ESF iconen cluster bufferzone en waterplanten.jpg/ce446e19-97e3-
Figuur A ESF-cluster Bufferzone en waterplanten (Bron: STOWA)Vergroot afbeelding Dit ESF-cluster kijkt naar twee onderdelen van een beek of rivier: de bufferzone en de waterplanten. De bufferzone bestaat uit de oever en de bredere landzone waar (onder natuurlijke omstandigheden) inundaties kunnen plaatsvinden. Het functioneren van de waterloop is nauw verbonden met deze bufferzone. Bij waterplanten wordt gekeken naar de aanwezigheid van planten in de waterloop, zowel onder water als op de oever. De waterplanten hebben invloed op de aanwezigheid van diersoorten en op de hydrologie en de morfologie van de waterloop. De vragen die dit ESF-cluster beantwoordt, zijn: zijn de bufferzone en waterplanten aanwezig? En zo ja, werken ze niet belemmerend voor een ecologisch gezonde beek of rivier? Analyse en instrumenten Het ESF-cluster Bufferzone en waterplanten is uitgewerkt op drie niveaus: de quickscan, de globale analyse en de nadere analyse. Op elk niveau gaat het om twaalf aspecten die een probleem kunnen vormen voor het goed functioneren van een stromend water: licht, droogval, stroming, bodemsubstraat, nutriënten, koolstof, verwijdering, vegetatie als structuur, zuurstof, temperatuur, blad en dood hout, en laterale connectiviteit. De quickscan bekijkt welke aspecten het meest relevant zijn voor het betreffende watersysteem. De globale analyse bestaat uit beslissschema’s waarmee is te bekijken welke van de relevante aspecten op ‘groen’ of ‘rood’ staan. Met de nadere analyse is voor een of meer aspecten meer in detail te bekijken waarom de situatie is zoals die is. Hiermee worden de knelpunten voor het systeem duidelijk en zijn maatregelen af te leiden. Maatregelen Als de analyses uitwijzen dat een of meerdere relevante aspecten niet voldoen (bijvoorbeeld te weinig invallend licht op het water of een gebrekkige verbinding met de bufferzone), zijn maatregelen te nemen. Voorbeelden zijn: bomen langs de oever laten groeien; de hydrologische en morfologische omstandigheden aanpassen zodat overstromingen (weer) kunnen plaatsvinden; gefaseerd maaien in de waterloop. Meer informatie De informatie op deze pagina is gebaseerd op STOWA (2018a)1 en STOWA (2018b)2. Via de STOWA-website zijn meer achtergrondrapporten beschikbaar. 1 STOWA (2018a). Ecologische Sleutelfactoren voor stilstaande en stromende wateren. Informatiebladen. Rapport 2018-24, STOWA, Amersfoort. 2 STOWA (2018b). Ecologische Sleutelfactoren Bufferzone en waterplanten. Tussenrapportage. Rapport 2018-28, STOWA, Amersfoort.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.