We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeente moet elk bestuurlijk besluit zorgvuldig voorbereiden. Denk hierbij aan het vaststellen van een omgevingsvisie of een Water- en rioleringsprogramma (Wrp), het wel of niet verlenen van een omgevingsvergunning of een besluit tot feitelijke beheermaatregelen, zoals de aanleg of de vervanging van riolering. Zorgvuldigheid is onderdeel van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voldoet de gemeente niet aan de zorgvuldigheidseisen, dan kunnen besluiten door de rechter worden vernietigd of kan de gemeente bij eventuele schade aansprakelijk worden gesteld.
Besluitvorming en zorgvuldigheid van bestuur Voordat de gemeente bijvoorbeeld besluit om de riolering te vervangen (of besluit om dit niet te doen), moet zij alle betrokken belangen in kaart brengen, deze belangen zorgvuldig tegen elkaar afwegen en deze afweging vastleggen (zorgvuldigheidsbeginsel, art. 3:2 Awb). Als de gemeente onvoldoende rekening houdt met de belangen van een derde, kan de rechter oordelen dat de gemeent
Besluitvorming en zorgvuldigheid van bestuur Voordat de gemeente bijvoorbeeld besluit om de riolering te vervangen (of besluit om dit niet te doen), moet zij alle betrokken belangen in kaart brengen, deze belangen zorgvuldig tegen elkaar afwegen en deze afweging vastleggen (zorgvuldigheidsbeginsel, art. 3:2 Awb). Als de gemeente onvoldoende rekening houdt met de belangen van een derde, kan de rechter oordelen dat de gemeente een onjuiste belangenafweging heeft gemaakt (art. 3:4, lid 1, Awb). Soms moet de gemeente zelfs onafhankelijk advies van derden inwinnen. Daarnaast heeft de gemeente de plicht om te beoordelen of een besluit zelf geen onevenredige nadelige gevolgen heeft (evenredigheidsbeginsel, art. 3:4, lid 2, Awb) en of die eventueel technisch of (aanvullend) financieel te compenseren zijn. Als de gemeente geen compensatiemaatregelen treft, kunnen belanghebbenden betogen dat het besluit onrechtmatig tot stand is gekomen en moet worden vernietigd. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur betekenen overigens niet dat de gemeente alle problemen van bewoners en bedrijven maar moet oplossen. De gemeente dient het collectieve belang waarbij het zoveel mogelijk rekening houdt met individuele belangen. Gelijkheidsbeginsel Vaak doen particulieren of bedrijven een beroep op het gelijkheidsbeginsel. En soms durft een gemeente iets niet voor iemand te doen vanwege de mogelijkheid dat anderen zich daarna op het gelijkheidsbeginsel zullen beroepen (precedentwerking). Dat is niet terecht. Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat de overheid gelijke gevallen gelijk moet behandelen. Er bestaan echter nauwelijks gelijke gevallen. Er hoeft maar een klein verschil te zijn tussen de ene en de andere perceeleigenaar of het ene en het andere bedrijf, of het gelijkheidsbeginsel is al niet meer van toepassing. De jurisprudentie laat zien dat er zelden een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt gedaan. Het enige dat de overheid in zo'n geval hoeft te doen is één geldig argument aandragen waarom twee gevallen niet precies gelijk zijn. Juridisch spreken we dan over de 'concrete omstandigheden van het geval'. Praktijkvoorbeelden zorgvuldigheid De gemeente Dordrecht werd in 2009 aansprakelijk gesteld voor geleden funderingsschade als gevolg van paalrot. De eisers stelden dat de paalrot was ontstaan door lekkende en daardoor drainerende rioleringen. De gemeente zou haar verplichtingen als rioleringsbeheerder niet of onvoldoende zijn nagekomen. De rechtbank oordeelde dat niet is gebleken dat de gemeente laks is geweest in haar rioleringsbeleid, dat zij adviezen van deskundigen zou hebben genegeerd of dat zij maatregelen heeft genomen die zij niet had moeten nemen. De rechtbank vond daarom dat de gemeente niet onzorgvuldig is geweest. De Hoge Raad heeft deze uitspraak bekrachtigd. Een voorbeeld van een situatie waarin de gemeente (en de aannemer) wél aansprakelijk werd gesteld, betreft een zaak bij het Gerechtshof Den Haag uit 2013 . In deze zaak ging het om rioleringswerkzaamheden waarbij bronbemaling werd toegepast. Deze bronbemaling zorgde ervoor dat het grondwaterpeil daalde. Daarna werd funderingsschade aan het pand vastgesteld. Het hof oordeelde dat de gemeente, gelet op de ernst van de te verwachten funderingsschade, in het bestek had moeten wijzen op de kwetsbaarheid van de funderingen voor grondwateronttrekkingen. Meer informatie over de juridische aspecten van funderingsschade vindt u in de publicatie Als een paal boven water .
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.