Kennisprogramma Urban Drainage

Laatst geac­tu­aliseerd 25 mei 2021

Dit door de afvalwatersector gefinancierde meerjarig onderzoeksprogramma levert wetenschappelijke kennis voor belangrijke vraagstukken én wetenschappelijk geschoolde vakkrachten voor stedelijk waterbeheer. Het kennisprogramma bevat vier onderzoeksthema’s.

1  ‘Rioolvervanging’

Rioolvervanging is de grootste kostenpost in de rioleringszorg en vormt het kernthema in het onderzoeksprogramma. Goed onderbouwde besluitvorming is dan ook noodzakelijk voor een zo hoog mogelijke doelmatigheid. Dit vereist inzicht in het proces van materiaalveroudering en de beschikking over inspectietechnieken die deze veroudering kunnen vaststellen. Vervolgens is het noodzakelijk om de inspectieresultaten te kunnen vertalen naar inzicht in de restlevensduur en zo te komen tot een afgewogen besluitvorming. 
Binnen dit thema vallen onderzoeken naar inspectietechnieken, materiaalveroudering (beton PVC), lekkage en besluitvorming over vervanging.

2 ‘Operationeel beheer’ 

Het operationeel beheer van riolering en in toenemende mate van blauw-groene infrastructuur heeft grote invloed op het functioneren van de infrastructuur. Vooral bij de ‘voorkant’ van de riolering, ofwel de huisaansluitingen en straatkolken, bestaat een sterke relatie tussen beheerinspanning en het aantal meldingen van overlast of verstopping. Bij rioolgemalen en rioolstelsels is de relatie met meldingen minder sterk, maar heeft het beheer wel degelijk een grote invloed op het functioneren van het riool. 
Binnen dit thema vallen onderzoeken naar het Beheer van kolken en huisaansluitingen en naar de opbouw van vuil in straatkolken. Daarnaast vallen binnen dit thema ook onderzoeken naar de relatie tussen onderhoud en functioneren en het ontwerp en beheer van rioolgemalen.

3 ‘Dynamisch functioneren en RTC’

Afvalwatersystemen bestaan uit rioolstelsels, transportsystemen en afvalwaterwaterzuiveringen. Deze onderdelen beïnvloeden elkaar en zij hebben als geheel invloed op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Tijdens de lange levensduur van afvalwatersystemen vinden voortdurend aanpassingen en verbeteringen plaats die de balans in afvalwatersystemen verandert. Denk bijvoorbeeld aan de omgang met hemelwater of toepassing van aanvullende zuiveringsstappen op de rwzi, waardoor het effluent van de rwzi minder nadelige invloed heeft op de oppervlaktewaterkwaliteit. RTC is een goed hulpmiddel om voortdurend in te spelen op veranderingen. Voorwaarde is goed inzicht in de dynamiek van het afvalwatersysteem als geheel.
Binnen dit thema vallen onderzoeken gericht op het verkrijgen van inzicht in de dynamiek in het afvalwatersysteem (riolering, rioolwaterzuivering en oppervlaktewater) met als concrete voorbeelden rendement van sturing en onzekerheden in integrale modellering.

4 ‘Waterketen van de toekomst en nieuwe sanitatie’

In de waterketen van de toekomst staan klimaatadaptatie en circulariteit centraal. De openstaande vraag is of beide doelen het best bereikt kunnen worden door de huidige afvalwatersystemen aan te passen door anders om te gaan met hemelwater en effluent vergaand te zuiveren gericht op nuttig hergebruik of dat een volledige transitie naar nieuwe sanitatie systemen noodzakelijk is. Het nuttig hergebruik richt zich daarbij op I-NEW: Informatie (uit afvalwater over de bevolking, zoals de rioolwatersurveillance bij COVID), Nutriënten, Energie en met de droogte van de afgelopen jaren vooral Water.
Binnen dit thema vallen onderzoeken gericht op kennisleemtes bij nieuwe sanitatie, zoals het stromingsgedrag (reologie) van zwart water en keukenslurries en op transitieprocessen.

Meer informatie over het Kennisprogramma Urban Drainage (TU Delft).