We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Het hydraulisch functioneren van een vgs wordt bepaald door de afvoer van hemelwater en allerlei soorten rioolvreemd water. Deze pagina gaat over het effect van de inloop van oppervlaktewater op de afvoer naar de rwzi vanuit een vgs-hemelwaterstelsel.
Inlopend oppervlaktewater kan een belangrijke rol spelen in het hydraulisch functioneren van een vgs. Oppervlaktewater kan via de hemelwateroverstorten in het hemelwaterstelsel komen als het niveau van het ontvangende oppervlaktewater boven het drempelpeil komt of via een lek in de overstortmuur. Dit heet ook wel een ‘negatieve overstorting’. Voorbeeld Dalfsen Het hemelwaterstelsel van een vgs in Dalfsen heeft een overstort naa
Inlopend oppervlaktewater kan een belangrijke rol spelen in het hydraulisch functioneren van een vgs. Oppervlaktewater kan via de hemelwateroverstorten in het hemelwaterstelsel komen als het niveau van het ontvangende oppervlaktewater boven het drempelpeil komt of via een lek in de overstortmuur. Dit heet ook wel een ‘negatieve overstorting’. Voorbeeld Dalfsen Het hemelwaterstelsel van een vgs in Dalfsen heeft een overstort naar het Bellingeweer, een klein oppervlaktewater dat onder invloed staat van de nabijgelegen rivier de Overijsselse Vecht. Bij een veldbezoek medio december 2015 bleek de waterstand in de Vecht en in het Bellingeweer zodanig gestegen dat deze boven het drempelpeil van de overstort stond. Hierdoor was het hemelwaterstelsel volgestroomd en de pomp naar het naastgelegen vuilwaterstelsel aangeslagen (zie figuur A). De bovenste grafiek toont het verpompte debiet vanuit het hemelwaterstelsel richting vuilwaterstelsel, de onderste grafiek de niveaumetingen in het hemelwaterstelsel (grijs) en in het buitenwater (blauw, boven het drempelpeil rood). De figuur toont dat het buitenwater al op 30 november boven de overstortdrempel was uitgestegen, waarna het gemaal continu in bedrijf is gegaan. Deze situatie heeft een kleine drie weken geduurd, totdat een terugslagklep in de overstortleiding was geplaatst en het stelsel (nog bij hoge buitenwaterstand) kon worden leeggepompt. Figuur A Debietmetingen hwa-pomp (bovenste grafiek) en niveaumetingen hwa-stelsel en buitenwater vgs Dalfsen, november/december 2015 Vergroot afbeelding Bij de inloop van oppervlaktewater kan het debiet van het intredende water snel groter zijn dan de geïnstalleerde pompcapaciteit. Dat is het geval in het voorbeeld uit Dalfsen. Zodra het oppervlaktewater instroomt, vult het stelsel zich volledig, ondanks de continue werking van het gemaal. Daarmee is de inloopduur bepalend geworden om het effect op de volumebalans in te schatten. Het volume ingetreden oppervlaktewater is bij benadering te bepalen door de inloopduur te vermenigvuldigen met de afvoercapaciteit. Bijdrage inloop oppervlaktewater aan jaarbalans Figuur B presenteert de invloed van de inloop van oppervlaktewater op de jaarbalans van een standaard vgs en de consequenties voor de verdeling over de afvoerroutes (richting rwzi of over de overstort). In de figuur ziet u de toerekening van de neerslag (lichtgrijze staven links) en oppervlaktewater (donkergrijze staven links) aan inloopverliezen (groene staven rechts), afvoer richting rwzi (rode staven rechts) en afvoer via de overstort (blauwe staven rechts). Geheel links in de figuur staan de jaarbalans en de verdeling over de afvoerroutes voor de situatie zonder inloop van oppervlaktewater. Er gaat dan op jaarbasis ongeveer 68% van de nettoneerslag richting rwzi, de overige 32% gaat over de overstort. De andere staafgrafiekduo’s tonen voor een vgs met een standaard afvoercapaciteit van 0,3 mm/h de gevolgen van de inloop van oppervlaktewater van variërende duur. Bij een kortdurende inloop (bijvoorbeeld maar twee dagen, als de inloop snel wordt gedetecteerd en verholpen) treedt ‘slechts’ 13 mm oppervlaktewater binnen. Hierdoor neemt de afvoer richting rwzi toe van 68% naar 70% van de nettoneerslag. In het voorbeeld uit Dalfsen is in twintig dagen ongeveer 150 mm oppervlaktewater naar de rwzi afgevoerd. Hierdoor neemt de afvoer richting rwzi toe van 68% naar 94% van de nettoneerslag. Als oppervlaktewater het gehele jaar blijft inlopen (bijvoorbeeld door een forse lekkage in de overstortmuur), neemt de afvoer naar de rwzi logischerwijs enorm toe, tot meer dan 500% van de nettoneerslag. Figuur B Jaarbalans en verdeling over afvoerroutes standaard vgs bij verschillende duur inloop oppervlaktewater Vergroot afbeelding
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.