We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Om de kwaliteit en de ecologie van oppervlaktewater te kunnen verbeteren, moeten we weten hoe een watersysteem ecologisch functioneert. Hiervoor heeft STOWA de Ecologische Sleutelfactoren (ESF) ontwikkeld, een methode om gestructureerd een ecologische watersysteemanalyse uit te voeren.
Elke sleutelfactor vertegenwoordigt een belangrijke voorwaarde voor een gezond watersysteem. Een watersysteem kan per sleutelfactor op ‘groen’ of op ‘rood’ staan als het systeem wel of niet aan de voorwaarde voldoet waarvoor die sleutelfactor staat. Alle sleutelfactoren samen bepalen de ecologische toes
Elke sleutelfactor vertegenwoordigt een belangrijke voorwaarde voor een gezond watersysteem. Een watersysteem kan per sleutelfactor op ‘groen’ of op ‘rood’ staan als het systeem wel of niet aan de voorwaarde voldoet waarvoor die sleutelfactor staat. Alle sleutelfactoren samen bepalen de ecologische toestand van het systeem. Met een goed begrip van het ecologisch functioneren: kunnen waterbeheerders haalbare (verbeter)doelen formuleren die aansluiten bij wat gebruikers wensen én bij wat (inter)nationaal beleid verlangt, zoals de Kaderrichtlijn Water; kunnen waterbeheerders maatregelen formuleren die effectief bijdragen om de gestelde doelen te bereiken; kunnen alle waterprofessionals die aan de slag gaan of zijn met ecologie en waterkwaliteit helder met elkaar communiceren. Van grof naar fijn Het toepassen van de Ecologische Sleutelfactoren gaat van grof naar fijn: eerst een integrale blik op het gehele systeem en dan (eventueel) inzoomen op specifieke sleutelfactoren die extra van belang lijken. In een eerste stap gebruiken waterbeheerders de Ecologische Sleutelfactoren vooral als checklist om globaal te bepalen wat er speelt in en rond een watersysteem. Als blijkt dat er knelpunten zijn, kunnen ze in een tweede stap een of meerdere sleutelfactoren nader analyseren, bijvoorbeeld door aanvullende metingen te (laten) doen. De sleutelfactoren fungeren zo als gids naar de beschikbare kennis op elk deelgebied van de watersysteemanalyse en verwijzen naar instrumenten, analysemogelijkheden en relevante maatregelen. Stilstaande en stromende wateren Nederland kent veel verschillende typen oppervlaktewater. De ESF-methodiek maakt onderscheid tussen stilstaande en stromende wateren. Voor beide typen oppervlaktewater zijn aparte sets sleutelfactoren afgeleid die elkaar deels overlappen. Met ‘stilstaande wateren’ wordt bedoeld langzaam stromende en stilstaande wateren, zoals kanalen, vaarten, sloten en meren. De uitwerking voor ‘stromend water’ is gericht op de in Nederland meestvoorkomende typen stromend water (langzaam stromende riviertjes op zand/klei, typen R4, R5 en R6). ESF voor stilstaande wateren Voor veel stilstaande waterlichamen is de terugkeer van ondergedoken waterplanten de eerste stap op weg naar herstel van de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit in bredere zin. Er zijn drie ‘basisvoorwaarden’ voor de terugkeer van ondergedoken waterplanten: ESF-m1 Productiviteit water: vormen algen of kroos geen belemmering? ESF-m2 Lichtklimaat: valt er voldoende licht op de bodem voor plantengroei? ESF-m3 Productiviteit bodem: zitten er niet te veel voedingsstoffen in de bodem? Vervolgens zijn er drie aanvullende voorwaarden die in sterke mate bepalen of sommige soorten oeverplanten en vissen wel of niet kúnnen terugkeren in het watersysteem: ESF-m4 Habitatgeschiktheid: voldoet het water aan de eisen die gewenste planten en dieren stellen aan hun leefomgeving? ESF-m5 Verspreiding (connectiviteit): is het watersysteem bereikbaar voor deze soorten planten en dieren? ESF-m6 Verwijdering: hoe beïnvloeden onderhoud en vraat de aanwezigheid van planten en dieren? Ook als deze eerste zes sleutelfactoren op ‘groen’ staan, kunnen specifieke omstandigheden ervoor zorgen dat een watersysteem ecologisch tóch niet goed functioneert. Het gaat voor stilstaande wateren om: ESF-m7 Organische belasting: krijgt het watersysteem meer organische belasting dan het aankan? ESF-m8 Toxiciteit: zijn er giftige verontreinigingen? Tot slot biedt de SF-m9 Context een basis voor een belangenafweging op een hoger niveau. Daarbij gaat het om de vraag welke functies het water nog meer heeft en hoe de ecologie van een watersysteem is te verbeteren rekening houdend met de verschillende functies van dat watersysteem. Figuur A geeft een overzicht van de negen ESF voor stilstaande wateren. Figuur A Ecologische Sleutelfactoren voor stilstaande wateren (Bron: STOWA, 20181)Vergroot afbeelding ESF voor stromende wateren Voor stromende wateren is de benadering iets anders dan voor stilstaande wateren om beter aan te sluiten bij (internationaal) gangbare methoden. Voor stromende wateren zijn negen sleutelfactoren benoemd op het ‘kruispunt’ van stressoren (‘pressures’ of menselijke drukken) en milieufactoren. De tiende sleutelfactor heeft weer betrekking op de omgeving. De ESF zijn geordend op basis van het schaalniveau waarop ze hoofdzakelijk werkzaam zijn: het stroomgebied of het traject. Stroomgebied Bij het stroomgebied gaat het om factoren die betrekking hebben op het hele intrekgebied en om factoren in de waterloop die bepalend zijn voor de ecologische toestand van het hele stroomgebied. Op het schaalniveau van het stroomgebied zijn er zes sleutelfactoren: twee hebben betrekking op de hydrologie (ESF-r1 Afvoerdynamiek en ESF-r2 Grondwater), een op de mate van verbinding binnen het watersysteem (ESF-r3 Connectiviteit) en twee op de waterkwaliteit (ESF-r4 Belasting en ESF-r5 Toxiciteit). Net als voor stilstaande wateren is de afweging tussen doelen en functies opgenomen als aparte sleutelfactor (SF-r10 Context), die ook betrekking heeft op het hele stroomgebied. Traject Op trajectniveau gaat het om factoren die betrekking hebben op de beek zelf en de oevers ernaast. Het traject betreft een uniform deel van het stroomgebied ter grootte van enkele honderden meters of enkele kilometers. Op dit schaalniveau zijn er vier sleutelfactoren: ESF-r6 Natte doorsnede & ESF-r9 Stagnatie en ESF-r7 Bufferzone & ESF-r8 Waterplanten. Figuur B geeft een overzicht van de tien ESF voor stromende wateren. Hierin zijn de sleutelfactoren op een andere manier ingedeeld naar ‘basisvoorwaarden’ (ook wel ESF-cluster ‘Hydrologie en morfologie’ genoemd), ‘aanvullende voorwaarden’ (ESF-cluster ‘Bufferzone en waterplanten’ en ESF-r3 Connectiviteit) en ‘specifieke omstandigheden’ (ESF-r4 Belasting en ESF-r5 Toxiciteit). Figuur B Ecologische Sleutelfactoren voor stromende wateren (Bron: STOWA, 20181)Vergroot afbeelding Meer informatie De informatie op deze pagina is gebaseerd op STOWA (2018)1. Via de STOWA-website zijn achtergrondrapporten beschikbaar die de Ecologische Sleutelfactoren en hun onderlinge samenhang verder uitleggen. De animatie hieronder licht het werken met Ecologische Sleutelfactoren toe. 1 STOWA (2018). Ecologische Sleutelfactoren voor stilstaande en stromende wateren. Informatiebladen. Rapport 2018-24, STOWA, Amersfoort.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.