Bij het dimensioneren van een voorziening voor de behandeling van regenwater toetst u of een voorziening de gemiddelde hoeveelheid regenwater kan verwerken bij een gecontroleerd debiet. Debietregulerende voorzieningen moeten overbelasting van de voorziening voorkomen. Zowel aan de aanvoer- als aan de afvoerzijde is het debiet van de voorziening te reguleren. Bij dieper gelegen systemen verloopt de aanvoer naar een hoger gelegen voorziening bij voorkeur via een pomp. Dit geeft ook meer vrijheid bij de keuze voor de plaatsing van een decentrale voorziening.
Uitgangspunten
Meestal staan gesloten voorzieningen continu vol water. In de berekening neemt u daarom geen berging mee in de voorziening; er is wel berging in het inzamelsysteem.
Vuistregels
Lokaal en decentraal behandelen van regenwater is voor Nederland een nieuwe ontwikkeling. Opgedane ervaringen zijn daarom nog niet helemaal uitgewerkt in vuistregels. Het is wel bekend hoeveel regenwater elk type inzamelsysteem afvoert naar de rwzi.
type rioolstel | berging | afvoer via pomp | totale afvoer naar zuivering |
verbeterd gemengd verbeterd gescheiden | 7+2 mm 4 mm | 0,7 mm/h 0,3 mm/h | circa 95% circa 75% |
Van de 800 mm neerslag die per jaar valt, komt circa 600 – 650 mm tot afstroming. Het aangegeven percentage van die inloophoeveelheid wordt afgevoerd naar de zuivering.
Tabel
Voor de beoordeling van de hydraulische werking van voorzieningen voor behandeling van regenwater kijkt u naar hoeveel regenwater de voorziening afvoert. In de tabellen A en B staat de gemiddelde afvoer in mm/jaar en als percentage van de totale belasting van de voorziening. De volledige serie tabellen voor de beoordeling van het functioneren van voorzieningen is opgenomen in Tabellen bergen, afvoeren en overlopen met inloopmodel en Tabellen bergen, afvoeren en overlopen zonder inloopmodel.
Werkwijze
Voor het bepalen van de werking van een infiltratievoorziening werkt u als volgt:
- Bepalen van het afvoerend oppervlak op de voorziening;
- Berekenen van de effectieve berging onder het overloopniveau van de voorziening;
- Berekenen van de ledigingscapaciteit via de debietregulerende uitloop;
- Aflezen van functioneren van de voorziening (waterbalans) uit de tabellen in bijlagen.
De ledigingscapaciteit van de voorziening is gelijk aan de maximale capaciteit van een debietregulerende voorziening. Een voorziening voor regenwaterbehandeling zonder buffercapaciteit werkt duidelijk minder efficiënt. Bij een doorvoercapaciteit van 1 mm/h loopt circa 57% van de belasting door de voorziening. Net als bij traditionele inzamelsystemen naar een centrale zuivering kan het verstandig zijn om een buffercapaciteit in het inzamelsysteem te maken die niet permanent vol water blijft staan.
Tabel A Afvoer via de voorziening in % van de inloop, berekend met inloopmodel
Tabel B Afvoer via de voorziening in % van de inloop, berekend met inloopmodel
De bergings- en ledigingscapaciteit van een voorziening rekent u om van m3 naar mm door te delen door de factor afvoerend oppervlak (10 * Aopp):
De vuistregel is dat 1 mm gelijk is aan 10 m3 berging per hectare afvoerend oppervlak.