Voor de statistiek van overstortingen zijn het aantal en de brutoduur van de geregistreerde gebeurtenissen van belang. Binnen de brutoduur van een overstorting kan het debiet via de overstort tijdelijk nul zijn. Als deze overstortingspauze kleiner dan 24 uur is, worden de deelgebeurtenissen voor en na de pauze samen als één overstortingsgebeurtenis beschouwd. In de presentatie van reeksberekeningsresultaten hanteert u voor een overstortingsgebeurtenis deze definitie, onafhankelijk van het neerslagverloop. De terminologie van bruto- of nettoneerslag en bruto- of netto-overstortingsduur staat in relatie tot de hierboven genoemde definities. De nettoduur omvat alleen de ‘natte’ duur van een bui of overstorting. De brutoduur omvat de nettoduur én de tussenliggende neerslag- of overstortingspauzes.

Figuur A Definitie neerslaggebeurtenis en overstortingsgebeurtenisVergroot afbeelding

Heeft u suggesties? Laat het ons weten!

Stuur uw suggestie.
Vorige artikel Volgende artikel