Deel 3: Uitwerking meetopzet

Net als de strategie bestaat de uitwerking uit twee delen: Hoe geschikt zijn de beoogde meetlocaties? (veldbezoek) Hoe vullen we de meetopzet praktisch in? (programma van eisen) Uitwerking meetlocaties Na de beschrijving van het ontwerpmeetnet moet u alle meetlocaties die samen het meetnet vormen definitief vastleggen. Belangrijk is dat u de geschiktheid van potentiële meetlocaties toetst op basis van de volgende criteria: bereikbaarheid; toegankelijkheid; vandalismegevoeligheid; invloed van buitenwater bij een overstort (waking); beschikbare werkruimte; vervuilingsgevoeligheid. Het gaat hier om een praktische toets. Een veldbezoek is hiervoor onontbeerlijk. Als een meetlocatie ongeschikt blijkt, moet u een alternatieve meetlocatie kiezen die dezelfde informatie oplevert. Soms is het ook voldoende om de meetmethode aan te passen, bijvoorbeeld ultrasoon niveaumeten in plaats van met druksensoren, of andersom. Meetpuntenboek Van de uiteindelijke meetlocaties moet u de volgende informatie verzamelen en bundelen in een meetpuntenboek (als bijlage bij het meetplan): Actuele hoogtepeilen en geometrie van putbodem, buizen, drempels en maaiveld. Foto’s van de meetlocatie (put), omgeving en verkeerssituatie. Informatie over eventueel al aanwezige meetapparatuur en bruikbaarheid daarvan. Technische tekening van put of object met daarop de positie van de bestaande of nieuwe sensor. (Een voorbeeld vindt u in Voorbeeld meetpuntenboek.) Uitwerking meetapparatuur en telemetrie In het meetplan legt u vast welke eisen u stelt aan de te gebruiken meetapparatuur en telemetrie. Inhoudelijke hulp voor deze keuzes vindt u in Meetprincipes en -apparatuur en Telemetrie. Vertalen globale meetopzet Het is belangrijk dat de eisen voor de meetapparatuur en telemetrie passen bij de gekozen globale meetopzet. Als u bijvoorbeeld de ontwikkeling van de dwa over meerdere jaren in kaart wilt brengen, kiest u voor een robuuste en nauwkeurige debietmeter en niet voor een (goedkoper) type dat veel onderhoud vergt. Dat laatste kunt u wél doen als u in een gebied met een kortdurend meetproject vreemd water wilt aantonen. Een ander voorbeeld: als u langdurig en frequent wilt meten, kiest u voor telecommunicatie met zo laag mogelijke datacommunicatiekosten. Voor een kort meetproject is een stand-alonemeetopstelling misschien voldoende. Bestaande apparatuur Als op een beoogde meetlocatie voor een nieuw meetproject al meetapparatuur aanwezig is, lijkt het logisch deze apparatuur te blijven gebruiken. Maar vaak is die apparatuur niet zonder meer geschikt. Zo is oudere datacommunicatieapparatuur meestal niet bruikbaar voor communicatie en sturing via internet. Als uit de toetsing blijkt dat de meetapparatuur niet volledig geschikt is, moet u kiezen of u deze aanpast aan de eisen of dat u nieuwe apparatuur aanschaft. (De tweede optie is overigens niet noodzakelijk duurder dan de eerste.) In het meetplan legt u vast hoe u omgaat met de bestaande apparatuur. Wensen vanuit de organisatie Ook de organisatie kan een rol spelen in de keuze voor bepaalde meetapparatuur of telemetrie. Soms wil de gemeente bijvoorbeeld apparatuur gebruiken waarmee de medewerkers al overweg kunnen, of dat de metingen aansluiten op een bestaand telemetriesysteem. Bij meetprojecten met meerdere deelnemende partijen (gemeente en waterschap) is onlinetoegang tot de meetgegevens wenselijk. Wensen uit de organisatie mogen de inhoudelijke eisen die volgen uit de meetdoelstelling nooit in de weg staan. Technische en functionele eisen Er zijn technische en functionele eisen. Technische eisen schrijven een bepaalde techniek voor, functionele eisen het gewenste resultaat. Een voorbeeld van een technische eis is: “het niveau moet worden gemeten met drukopnemers”. Een voorbeeld van een functionele eis is: “het niveau moet worden gemeten op 5 mm nauwkeurig (en de aannemer mag hier zelf een geschikte techniek voor bepalen)”.   Als u de realisatie van het meetnet wilt uitbesteden, staan in het meetplan (en later ook in het aanbestedingsdocument, zie Meten uitbesteden: praktische tips) bij voorkeur weinig technische en juist veel functionele eisen. Zo is er minder kans op tegenstrijdigheden en komt de verantwoordelijkheid meer bij de leverancier te liggen.