We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Een van de ‘historische’ argumenten om verbeterd gescheiden rioolstelsels (vgs) aan te leggen, is dat foutaansluitingen het oppervlaktewater flink kunnen vervuilen. Tussen 2012 en 2017 is in Nederland veel (aanvullend) onderzoek gedaan naar foutaansluitingen. Is dit argument nog steeds valide?
In Nederland is ongeveer 2% - 4% van alle aansluitingen op de hemelwaterriolering van (verbeterd) gescheiden stelsels foutief. Hierdoor komt het afvalwater van ongeveer 60.000 tot 120.000 inwoners van gebieden met normaal gescheiden riolering direct in het oppervlaktewater terecht. De gevolgen van foutaansluitingen op het hwa-stelsel van vgs zijn beperkt. Immers, vgs voeren
In Nederland is ongeveer 2% - 4% van alle aansluitingen op de hemelwaterriolering van (verbeterd) gescheiden stelsels foutief. Hierdoor komt het afvalwater van ongeveer 60.000 tot 120.000 inwoners van gebieden met normaal gescheiden riolering direct in het oppervlaktewater terecht. De gevolgen van foutaansluitingen op het hwa-stelsel van vgs zijn beperkt. Immers, vgs voeren het merendeel van het foutief geloosde afvalwater alsnog richting rwzi af. Foutaansluitingen zorgen voor extra emissie van hemelwaterstelsels. Dit geldt vooral voor stoffen die veel in afvalwater voorkomen, zoals nutriënten en zuurstofvragende stoffen. Voor klein en/of gevoelig ontvangend oppervlaktewater (zoals veel stedelijk water) betekent dit vaak ook een forse toename in de totale emissie naar het watersysteem. Hierdoor kunnen waterkwaliteitsproblemen ontstaan. Voor grotere watersystemen is de extra emissie door foutaansluitingen vaak ‘in de marge’ en daarmee veel minder bepalend voor de lokale waterkwaliteit. Conclusie Met het oog op foutaansluitingen (en eventuele slordige lozingen) kan het handhaven van en/of ombouwen naar een vgs dus een zinnige keuze zijn voor gebieden met klein en/of gevoelig oppervlaktewater. Het vgs biedt immers een oplossing voor een (potentieel) waterkwaliteitsprobleem. In gebieden met groot ontvangend oppervlaktewater ligt deze keuze minder voor de hand, hoewel ‘nieuwe stoffen’ in de toekomst (mede) bepalend kunnen worden in de omgang met foutaansluitingen.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.