Beschrijving van een lamellenafscheider

Werking Een lamellenafscheider (zie figuur A) creëert in een kleine ruimte een zeer groot oppervlak. Als de afstand tussen de lamellen klein genoeg is, kan vuil samenklonteren zodat het makkelijker opdrijft. Zo kunnen veel bezinkbare stoffen en olie uit het (afval)water worden verwijderd. Omdat de zwaartekracht het werk doet, zijn er geen elektrische of mechanische onderdelen nodig. Figuur A Een lamellenafscheider Vergroot afbeelding Toepassing In het stedelijk waterbeheer worden de meeste lamellenafscheiders gebruikt om hemelwater te behandelen. Ze staan dan tussen het hemelwaterstelsel en het ontvangende oppervlaktewater. In een aantal testopzetten zitten lamellenafscheiders in een bergbezinkvoorziening bij overstortend gemengd rioolwater. Onderdelen Een lamellenafscheider bestaat doorgaans uit: een debietbegrenzer die ervoor zorgt dat de afscheider maximaal tot het ontwerpdebiet wordt belast, het overschot krijgt een omleiding via een bypass; een overstortdrempel die ertoe dient om de berging in het stelsel te benutten, met daarvoor een zand- of slibvang; een afscheidingscompartiment met lamellen die zorgen voor bezinking en coalescentie (samenvloeiing van de bezonken deeltjes); een duikschot dat drijvend vuil tegenhoudt; een uitlaat naar oppervlaktewater. Rendement Het verwijderingsrendement van lamellenafscheiders is afhankelijk van het type verontreinigingen in het te behandelen hemelwater. De belangrijkste factor voor dat rendement is de valsnelheid van de zwevende stof. Meer over het rendement van lamellenafscheiders leest u bij de onderzoeken over het rendement van lamellenafscheiders.