Falen

Extremen, storingen, calamiteiten, (bedoeld of onbedoeld) misbruik, nalatigheid en vernieling kunnen leiden tot het falen van stedelijk watersystemen. Oorzaken zijn bijvoorbeeld: een gemaal dat uitvalt door stroomstoring; een verstopping; dichtslibbing van de voorzieningen; een leidingbreuk door overbelasting; beschadiging door graafwerkzaamheden; brand; vandalisme; lozing van giftige of brandbare stoffen. De opdrachtgever kan eisen opnemen die bijdragen aan het verkleinen van de kans op falen en eisen die bijdragen aan het beperken van de negatieve gevolgen van het falen. Deze eisen zijn een doorvertaling van het antwoord op de vragen: Zijn in het ontwerp voorzieningen nodig om falen te voorkomen? In hoeverre en hoe moet het te ontwerpen systeem de gevolgen van falen opvangen? Hoeveel tijd heeft de beheerder nodig om de gevolgen van falen te voorkomen? Welke noodvoorzieningen zijn nodig om het systeem zelf of zijn omgeving bij falen te beschermen? Waar komt het water bij werking van noodvoorzieningen terecht? Niet alle mogelijke oorzaken voor falen en faalmechanismen zijn op voorhand te overzien, of op te lossen in het ontwerp. De stedelijk waterbeheerder kan, los van het ontwerpproces, de beheersing van incidenten en calamiteiten planmatig inventariseren en beoordelen.