Eisen voor aansluiting bedrijfsafvalwater en grondwater

Afvoerleidingen voor bedrijfsafvalwater Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater. De gemeente moet immers huishoudelijk afvalwater (als hoofdbestanddeel van stedelijk afvalwater) inzamelen en transporteren, maar deze zorgtaak heeft zij niet voor bedrijfsafvalwater. Voorbeeld: bedrijfsafvalwater of huishoudelijk afvalwater van een hotel? Het afvalwater van een hotel is deels bedrijfsafvalwater en deels huishoudelijk afvalwater. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) definieert huishoudelijk afvalwater als: "afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden". Het water uit de badkamers en toiletten van het hotel is dus huishoudelijk afvalwater. Het andere afvalwater is bedrijfsafvalwater, bijvoorbeeld dat van het restaurant. De gemeente hoeft het bedrijfsafvalwater van het hotel niet zomaar te accepteren. De hoteleigenaar heeft namelijk volgens de specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten in het omgevingsplan de plicht om alle passende preventieve maatregelen tegen verontreiniging te nemen. Daartoe behoort ook de verplichting om de doelmatige werking van de riolering niet te belemmeren. De gemeente kan maatwerkvoorschriften stellen om de inhoud van de specifieke zorgplicht in te vullen. In zo’n maatwerkvoorschrift kan bijvoorbeeld staan dat de hoteleigenaar een buffervoorziening moet aanleggen om het afvalwater tijdelijk te bergen en dat hij vanuit die buffervoorziening gelijkmatig moet lozen of alleen tijdens de nachtelijke uren mag lozen. Huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater verplicht gescheiden aanbieden? De vraag is of de gemeente bij het voorbeeld hierboven de hoteleigenaar kan verplichten om huishoudelijk en bedrijfsafvalwater gescheiden aan te bieden. Op grond van het Bbl kan dat niet, de bouwregels gaan immers alleen over de inpandige leidingen voor huishoudelijk afvalwater en hemelwater. De regels voor afvoerleidingen buiten het gebouw komen via de bruidsschat in het omgevingsplan te staan. De gemeente kan deze regels aanpassen en ook regels voor afvoerleidingen voor bedrijfsafvalwater opnemen. In het kader hieronder vindt u een voorbeeld (rode tekst).  Artikel x.x (ligging afvoerleidingen op de perceelgrens) 1. Als huishoudelijk afvalwater in een openbaar vuilwaterriool kan of moet worden geloosd, ligt de perceelaansluitleiding: a. op de perceelgrens aan de zijde van het perceel waar het openbaar vuilwaterriool ligt; en b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste 0,70 m en ten hoogste 1,00 m onder maaiveld. 2. Als bedrijfsafvalwater in een openbaar vuilwaterriool kan of moet worden geloosd, ligt de perceelaansluitleiding: a. op de perceelgrens aan de zijde van het perceel waar het openbaar vuilwaterriool ligt; en b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste <x> m en ten hoogste <y> m onder maaiveld. 3. Op het perceel wordt binnen een afstand van <x> m vanaf de perceelgrens een inspectie- en ontstoppingsstuk aangebracht in de perceelaansluitleidingen voor huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater. 4. Bij maatwerkvoorschrift kan de gemeente een andere ligging of inwendige diameter en aanvullende voorzieningen voorschrijven ter bescherming van de doelmatige werking van de perceelaansluitleiding, naburige aansluitingen of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater. Regels voor milieubelastende activiteiten gebruiken Ook de regels voor milieubelastende activiteiten in het omgevingsplan bieden mogelijkheden. Een van de eisen in de specifieke zorgplicht (art. 22.44 van de bruidsschat) is dat te lozen afvalwater doelmatig moet kunnen worden bemonsterd. Daarom mag de bedrijfsafvalwaterstroom niet gemengd zijn met andere afvalwaterstromen. De gemeente kan dus afdwingen dat huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater op het bedrijfsperceel gescheiden blijven zo lang dat nodig is om het bedrijfsafvalwater afzonderlijk te kunnen bemonsteren. Als doelmatige bemonstering op een bepaalde plek op het bedrijf mogelijk is (via een inspectieputje bijvoorbeeld), kan de gemeente niet eisen dat de afvalwaterstromen daarna ook nog gescheiden blijven. Na het bemonsteringspunt is het samenvoegen van de afvalwaterstromen niet in strijd met de regels voor milieubelastende activiteiten. Afvoerleidingen voor grondwater (drainage) Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) bevat geen grondwatervoorschriften, alleen een bepaling over vochtwering (paragraaf 3.3.1 en 4.3.5 Bbl). Hierin staat dat een gebouw (in het algemeen) vocht van buiten moet weren. Dat geldt ook voor de vloer en leidingdoorvoeren. Deze bepaling heeft ook betrekking op vocht door grondwater. Meer juridische aspecten over grondwater in bebouwd gebied. Net als bij bedrijfsafvalwater mag de gemeente voortaan ook regels voor aansluitleidingen voor grondwater opnemen in het omgevingsplan. Deze regels kunnen bijvoorbeeld gaan over de hoogteligging, zoals het voorbeeld in het kader hieronder laat zien. Artikel x.x (ligging afvoerleidingen op de perceelgrens) 1. Als grondwater in een openbaar hemelwaterstelsel of openbaar vuilwaterriool kan en mag worden geloosd, ligt de perceelaansluitleiding: a. op de perceelgrens aan de zijde van het perceel waar het openbaar hemelwaterstelsel of openbaar vuilwaterriool ligt; en b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste <x> m en ten hoogste <y> m onder maaiveld. [alternatief: b. met een binnen-onderkant-buisniveau van ten minste <x> cm boven de binnen-bovenkant-buis van de openbare riolering.] 2. Bij maatwerkvoorschrift kan een andere ligging of inwendige diameter en aanvullende voorzieningen worden voorgeschreven ter bescherming van de doelmatige werking van de perceelaansluitleiding, naburige aansluitingen of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater.