Bassin ondergronds niet-doorlatend ontwerpen

Niet-doorlatende ondergrondse bassins zijn vaak opgebouwd uit betonnen wanden en een betonnen vloer en dak, of uit grote betonnen kokers. De holle ruimte levert berging. De bassins bergen meestal een mengsel van hemelwater en vuilwater. Om te voorkomen dat er verontreinigingen naar het grondwater lekken, moeten de bassins waterdicht zijn. Een eenvoudige uitvoering, in te zetten voor hemelwater, bestaat uit infiltratie-objecten omsloten door een niet-doorlatende omhullingsdoek. Bergingsfunctie De enige functie van van bergingskelders en bergingsbassins is berging. Ontwerpers kiezen deze bassins om vuilwater op te vangen, al dan niet gemengd met hemelwater. Met het water bergen de bassins dan ook het vuil. In een gemengd stelsel zorgt zo’n bassin ervoor dat er – afhankelijk van de hoeveelheid neerslag – geen of minder vuil met overstortend water in oppervlaktewater terechtkomt. In een vuilwaterstelsel kan een bergingsbassin ervoor zorgen dat het vuile water wordt geborgen bij een storing, zodat er meer tijd is om de storing te verhelpen voordat er een nooduitlaat in werking treedt. De benodigde inhoud van een bassin voor berging is afhankelijk van de gewenste hoeveelheid berging en welke neerslagpiek moet worden afgevlakt. Vaak is de begingsdoelstelling gekoppeld aan een toegestane maximale vuiluitworp uit het stelsel waar de bergingskelder of het bergingsbassin onderdeel van is. Voor het bepalen van die vuiluitworp is het gebruikelijk te rekenen met een aangenomen standaard vuilvracht op basis van onderzoeken van de Nationale Werkgroep Riolering en Waterkwaliteit  . De benodigde hoeveelheid berging wordt doorgaans uitgedrukt in mm, waaruit de ontwerper de afmetingen van het bassin in m3 afleidt met behulp van het op het stelsel aangesloten verharde oppervlak. Bergings- en bezinkingsfunctie Als een bassin een instroom- en een uitstroomkant heeft, bepaalt het doorstroomoppervlak de gemiddelde stroomsnelheid. Omdat dit doorstroomoppervlak groter is dan dat van de in- en uitstromende leidingen, stroomt het water traag door het bassin. Door een bassin zo vorm te geven, kan zwevend vuil uit het gemengde hemel- en vuilwater bezinken voor het tot overstorting komt. In het kader van de basisinspanning   was het tussen 1997 en 2005 gebruikelijk om dergelijke bergbezinkbassins een inhoud te geven van 2 mm ten opzichte van het op het stelsel aangesloten verharde oppervlak.