We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Als u afgevoerde hoeveelheden niet rechtstreeks meet, kunt u deze afleiden uit andere gemeten parameters. Hier leest u hoe u dat kunt doen.
Afgevoerde hoeveelheden van een pomp De afgevoerde hoeveelheid van een pomp kunt u bepalen met een debietmeter. Als u geen debietmeter tot uw beschikking hebt, kunt u het geleverde debiet capaciteit van een pomp inschatten door eerst de droogweerafvoer te schatten uitgaande van de vullingstijd van de pompkelder (zie figuur A). Deze inschatting gebruikt u om de aanvoer van afvalwater tijdens het ledigen van de kelder te corriger
Afgevoerde hoeveelheden van een pomp De afgevoerde hoeveelheid van een pomp kunt u bepalen met een debietmeter. Als u geen debietmeter tot uw beschikking hebt, kunt u het geleverde debiet capaciteit van een pomp inschatten door eerst de droogweerafvoer te schatten uitgaande van de vullingstijd van de pompkelder (zie figuur A). Deze inschatting gebruikt u om de aanvoer van afvalwater tijdens het ledigen van de kelder te corrigeren (zie figuur B). Een voorbeeld van deze aanpak vindt u op de pagina Analyseren functioneren gemaal. Figuur A Inschatten van de aanvoer van afvalwater bij droog weer door de inhoud van de pompkelder tussen in- en uitslagpeil te vermenigvuldigen met de tijd die nodig is om de kelder te vullen (Bron: Didrik Meijer) Vergroot afbeelding Figuur B Inschatten van de capaciteit van een gemaal bij droog weer door de inhoud van de pompkelder tussen in- en uitslagpeil te vermenigvuldigen met de tijd die nodig is om de kelder te legen. Deze hoeveelheid corrigeert u met de aangevoerde hoeveelheid afvalwater tijdens het ledigen (zie figuur A) (Bron: Didrik Meijer) Vergroot afbeelding Afgevoerde hoeveelheden via een overstort Voor een indicatie van het overstortvolume meet u de waterniveaus in de overstortconstructie waar u het volume wilt berekenen. Om van een gemeten waterniveau naar een overstortdebiet en -volume te komen, gebruikt u een niveau-afvoerrelatie (Q-H-relatie). Deze relatie wordt voor overstorten waarbij het benedenstroomse waterniveau geen invloed uitoefent op het overstortdebiet, beschreven met de standaardformule voor volkomen korte overlaten. Als het benedenstroomse waterniveau wel invloed heeft op het overstortdebiet, gebruikt u de formule voor een onvolkomen korte overlaat. U moet dan ook het waterniveau benedenstrooms (h2) van de constructie meten. Uit het gemeten waterniveau in combinatie met een overstortformule kunt u per tijdstap een debiet afleiden. Hieruit kunt u vervolgens een volume herleiden. Een voorbeeld vindt u op de pagina Voorbeeld meetopzet voor emissie uitlaat/overstort. Houd er wel rekening mee dat met de formules berekende overstortvolumes aanzienlijk kunnen afwijken van de werkelijkheid.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.