We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Afbakening en markering van de werkplek Bij werkzaamheden in het verkeer dienen verkeersmaatregelen conform CROW 96a (binnen autosnelwegen) en of 96b (buiten autosnelwegen) te worden genomen. Binnen de afzetting dient de werkplek gemarkeerd te worden, bijvoorbeeld door een lint. Een markering door borden met de waarschuwing ‘asbestgevaar’ is niet vereist. Te onderscheiden werkzaamheden Bij werkzaa
Afbakening en markering van de werkplek Bij werkzaamheden in het verkeer dienen verkeersmaatregelen conform CROW 96a (binnen autosnelwegen) en of 96b (buiten autosnelwegen) te worden genomen. Binnen de afzetting dient de werkplek gemarkeerd te worden, bijvoorbeeld door een lint. Een markering door borden met de waarschuwing ‘asbestgevaar’ is niet vereist. Te onderscheiden werkzaamheden Bij werkzaamheden aan AC-leidingen moet onderscheid worden gemaakt tussen destructieve en niet-destructieve werkzaamheden. Beide werkzaamheden, mits uitgevoerd volgens de voorschriften, vallen onder de laagste blootstellingcategorie (klasse 1). Destructieve (verspanende) werkzaamheden het met de hand stuk slaan van moffen; het doorzagen en/of het knippen van de buizen; het aanboren van de buizen; ze dienen tot het hoogst noodzakelijke te worden beperkt; tijdens de verspanende werkzaamheden moet de buis of de mof vochtig worden gehouden; de werkzaamheden moeten zo worden uitgevoerd dat daarbij ten hoogste twee werknemers direct betrokken zijn; tijdens deze destructieve werkzaamheden moeten de persoonlijke beschermende beschermingsmiddelen worden gedragen (zie Achtergronden van het werkplan en voorwaarden). Volgens de veiligheidsvoorschriften van de VIAG is het onder druk aanboren, het onder druk repareren bij storingen en het niet gasloos blazen zetten verboden. Niet-destructieve werkzaamheden het ontgraven van de leiding; het uit elkaar nemen van de buizen en het afschuiven van de moffen, mits dit machinaal wordt uitgevoerd. (Het handmatig stukslaan en het handmatig loskloppen van de moffen wordt als een destructieve handeling gezien); het verwijderen en verzamelen van het gedemonteerde materiaal uit de sleuf; het aanbrengen van een reparatiemanchet en/of een reparatieklem om de buis; het aanbrengen van de reparatieset om de mof; het aanbrengen van reparatiemiddelen om de buis of de mof van een gasleiding, indien het slechts een geringe lekkage (geen blazend lek) betreft. Voor deze niet-destructieve werkzaamheden hoeven geen specifieke persoonlijke beschermingsmiddelen te worden gedragen. Werktuigen Bij de destructieve werkzaamheden mogen uitsluitend de volgende werktuigen en hulpmiddelen worden gebruikt: voorhamer en of stootijzer; beitel of vuistje; kettingknijper voor het delen van buizen met een inwendige diameter t/m 500 mm; aanboortoestel met gesloten ruimte (gasloos); elektrisch of pneumatisch aangedreven zaag voor het delen van buizen met een inwendige diameter groter dan 500 mm. Deze moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: een ronddraaiende zaag mag geen hoger toerental hebben dan 100 omwentelingen per minuut; een heen en weer gaande zaag mag geen grotere lineaire zaagsnelheid hebben dan 25 meter per minuut; de vertanding van de zagen dient zo grof mogelijk te zijn; alle bewerkingen dienen op nat materiaal te worden uitgevoerd. Voor de niet-destructieve werkzaamheden worden gebruikt: schep; graafmachine met voorzieningen voor het uitnemen van de buizen. Werkkleding en uitrusting voor de uitvoerende werknemers De persoonlijke beschermingsmiddelen, voor de werknemers die destructieve handelingen verrichten, bestaan tenminste uit: een wegwerpoverall met CE-markering. Aangezien het alleen om de verhindering van contactverontreiniging gaat, is een type 5 overall niet noodzakelijk; veiligheidshelm bij werkzaamheden in de sleuf en bij hijswerkzaamheden; veiligheidslaarzen, S5 met stalen neus en tussenzool; neopreen werkhandschoenen welke goed afsluiten; een goed aansluitend filtrerend P3-masker met ventiel (bijvoorbeeld een voorgevormd P3–filter), of halfgelaatmasker met P3-filterbus. Voor baarddragers een overdrukmasker. De wegwerpoverall en het filtrerend P3-masker met ventiel mogen niet langer dan één werkdag worden gebruikt. Deze dienen na het gebruik als asbesthoudend afval te worden beschouwd en als zodanig te worden verwijderd met het overige asbesthoudende afval. Het halfgelaatmasker met P3-filterbus en het overdrukmasker dienen na afloop grondig gereinigd te worden. Dit geldt ook voor de veiligheidslaarzen, de werkhandschoenen en de veiligheidshelm. De profielen van de veiligheidslaarzen dienen vrij van aanhangende grond te zijn. Sanitaire voorzieningen De minimale eis bij incidentele werkzaamheden van kortere duur is een bedrijfswagen uitgerust met een watertank,voorzien van een tapkraan en met voldoende waterinhoud voor het wassen van armen, handen en gezicht. Zones voor eten, drinken en roken Het is verboden binnen het afgebakende werkgebied te eten, te drinken en te roken. Dit geldt ook voor situaties waarin de beschermende kleding nog wordt gedragen. De combinatie roken en asbest verhoogt het risico op beroepsziekten. Werktijdpauzes Vóór iedere pauze, zoals voor de lunch, koffie of roken moet de wegwerpoverall worden uitgetrokken en moeten handen, armen en gezicht worden gewassen. De laarzen worden grondig afgespoeld en grondresten verwijderd. Het filtrerend gelaatstuk wordt afgespoeld of met het asbestafval verwijderd. Bovendien moet de beschermende kleding vóór de lunchpauze worden verpakt. Of de gebruikte beschermende kleding ook na de pauze gebruikt kan worden, hangt af van de gekozen kwaliteit. Bijzondere omstandigheden Indien zich omstandigheden voordoen waarin deze voorschriften niet voorzien (bijvoorbeeld een calamiteit) bepaalt de eerstverantwoordelijke op het werk de te nemen maatregelen (zie ook Taken, bevoegdheden en opleidingseisen van de eerst verantwoordelijke onder Eerst verantwoordelijke op het werk).
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.