We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Ten opzichte van een standaard vgs voert een vgs 2.0 minder (hemel)water af richting rwzi en meer naar het oppervlaktewater. Hoe groot de afvoerreductie richting rwzi is, is sterk afhankelijk van het functioneren van het oorspronkelijke stelsel en de dimensionering van het nieuwe vgs 2.0. Hier krijgt u een idee aan de hand van de resultaten van een vgs 2.0 in een praktijkproef in Eindhoven.
Oorspronkelijke situatie In de Eindhovense wijk Driehoeksbos lag al een vgs met twee pompen in het hemelwatergemaal: één richting rwzi en één naar oppervlaktewater (uitvoeringsvariant 4). Het gemaal stuurde op waterkwantiteit: alle dwa en de eerste 30 minuten tijdens hwa gingen richting rwzi, de overige hwa ging naar het oppervlaktewater. h2
Oorspronkelijke situatie In de Eindhovense wijk Driehoeksbos lag al een vgs met twee pompen in het hemelwatergemaal: één richting rwzi en één naar oppervlaktewater (uitvoeringsvariant 4). Het gemaal stuurde op waterkwantiteit: alle dwa en de eerste 30 minuten tijdens hwa gingen richting rwzi, de overige hwa ging naar het oppervlaktewater. Praktijkproef Voor de praktijkproef is (onder andere) een UV/VIS-sensor geïnstalleerd en is het gemaal enkele maanden gestuurd op waterkwaliteit: water met meer dan 100 mg/l CZV ging richting rwzi, water met minder dan 100 mg/l CZV naar het oppervlaktewater. Het onderscheid tussen dwa en hwa werd centraal gemaakt aan de hand van neerslagmetingen in de regio en niveaumetingen op centrale locaties in het rioolstelsel. Voor een periode van acht maanden (met goede UV/VIS-data) is voor het vgs berekend wat de verdeling van volumes, vuilvrachten en concentraties over de drie afvoerroutes (rwzi, oppervlaktewater, overstort) zou zijn geweest bij: een (fictief) standaard vgs met alleen een pomp richting rwzi; een vgs 2.0-gemaal met de originele 30-minutensturing op waterkwantiteit; een vgs 2.0-gemaal met sturing op waterkwaliteit op basis van CZV < > 100 mg/l. Resultaten De resultaten staan in figuur A. Figuur A Verdeling volumes (in % van nettoneerslag), vrachten (in % van totaal aangevoerde vracht) en gemiddelde concentraties van water verpompt richting rwzi, verpompt richting oppervlaktewater en via de overstort bij drie vgs-varianten Vergroot afbeelding Standaard vgs Zonder pomp richting oppervlaktewater (dus als standaard vgs) gaat circa 75% van de nettoneerslag richting rwzi en verdwijnt de rest via de overstort. Rekening houdend met de (gemeten) concentraties CZV blijkt ongeveer dezelfde vrachtverdeling te gelden: circa 72% van de totaal aangevoerde vracht CZV (~ 2.000 kg) in de bestudeerde periode gaat richting rwzi, terwijl de overige 28% via de overstort verdwijnt. De gemiddelde concentraties in het water van beide afvoerroutes ontlopen elkaar daarmee niet veel: 77 mg/l om 90 mg/l. Vgs 2.0 met 30-minutensturing op waterkwantiteit De ombouw naar vgs 2.0 met een pomp richting oppervlaktewater en sturing op waterkwantiteit (‘30-minutensturing’) reduceert de afvoer richting rwzi aanzienlijk: van 75% naar 20% van de nettoneerslag. De afname is geheel toe te schrijven aan het actief leegpompen van het hemelwaterstelsel naar het oppervlaktewater: 56%. De 30-minutensturing zorgt ervoor dat de verpompte afvoer richting oppervlaktewater relatief schoon is (54 mg/l) en dat de afvoer richting rwzi relatief vies is (140 mg/l). Omdat de volumeverdeling omgekeerd evenredig is, is de verdeling van vrachten ongeveer gelijk tussen beide pomproutes: 34% om 38%. N.B. De totaal geloosde CZV-vracht in het oppervlaktewater neemt toe van 28% (alleen via de overstort) naar 66% (via de overstort en via de pomp). De ‘prijs’ voor de reductie in afvoer (in m3) richting rwzi is dus een forse toename in de totale lozing van CZV (in kg) in het oppervlaktewater. Let wel, het gaat hier om een toename in CZV-vracht, de gemiddelde concentratie CZV in het geloosde water is juist afgenomen van 90 naar 69 mg/l. Vgs 2.0 met sturing op waterkwaliteit op basis van CZV < > 100 mg/l Sturing op waterkwaliteit van het vgs 2.0 reduceert de afvoer richting rwzi nog verder van 20% naar 14% van de nettoneerslag, waardoor de verpompte afvoer naar het oppervlaktewater navenant toeneemt. Belangrijker is dat door de gerichte sturing het afgevoerde water richting rwzi beduidend ‘dikker’ wordt (178 mg/l), terwijl de gemiddelde kwaliteit van het water dat naar het oppervlaktewater gaat nagenoeg hetzelfde blijft (69 mg/l). Voor dit hemelwatergemaal ligt daarmee de meerwaarde van sturing op waterkwaliteit (ten opzichte van waterkwantiteit) vooral in het voorkómen dat ‘dun’ water richting rwzi gaat. Bij Voorbeelden vgs 2.0 in de praktijk vindt u informatie over behaalde winsten op andere (onderzoeks)locaties.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.