We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De meetinstrumenten meten niet altijd (rechtstreeks) alle gewenste parameters. Sommige parameters moeten uit de meetgegevens worden afgeleid. Daarom heten deze afgeleide parameters. Een voorbeeld is het overstortingsdebiet dat is afgeleid uit de gemeten waterstand bovenstrooms (en benedenstrooms) van de overstort. De afgeleide parameters vormen een nieuwe (meet)reeks. Aandachtspunten Voor het afleiden van nieuwe parame
De meetinstrumenten meten niet altijd (rechtstreeks) alle gewenste parameters. Sommige parameters moeten uit de meetgegevens worden afgeleid. Daarom heten deze afgeleide parameters. Een voorbeeld is het overstortingsdebiet dat is afgeleid uit de gemeten waterstand bovenstrooms (en benedenstrooms) van de overstort. De afgeleide parameters vormen een nieuwe (meet)reeks. Aandachtspunten Voor het afleiden van nieuwe parameters zijn metadata en formules nodig, zoals de drempelhoogte, de breedte en de afvoercoëfficiënt van de overstort. De nauwkeurigheid van de zwakste schakel is bepalend voor de nauwkeurigheid van de afgeleide reeks. Daarom is het zinvol in een meetplan ook de overstorten nauwkeurig in te meten en niet alleen te focussen op de waterstandmetingen. Bewaar de metadata niet als constante waarde, maar als variabele. Dit is belangrijk omdat de beheerder gemalen kan vervangen en overstortdrempels kunnen verzakken. Bij het bepalen van de afgeleide waarden moet dan met andere metaparameters worden gerekend. Voorbeeld: Een meetinstrument logt de draaiuren van een gemaal. Door de draaiuren te vermenigvuldigen met de capaciteit, wordt het debiet bepaald. Stel dat de beheerder het gemaal op 27 juni 2009 heeft gerenoveerd en de capaciteit is toegenomen. De capaciteit van het gemaal behoort tot de metadata en is niet constant, maar variabel in de tijd. Als de databeheerder een meetwaarde achteraf via een handmatige validatie aanpast, moet hij ook de daarvan afgeleide datareeks bijwerken.Voorbeeld: Een meetinstrument logt een gemeten waterstand voor een overstort en zet deze ook om naar een overstortingsdebiet. Dit gebeurt automatisch in de verwerkingssoftware. Na een visuele controle aan het eind van de maand corrigeert de databeheerder enkele waterstandmetingen handmatig. De hieruit afgeleide overstortingsdebieten moet hij dus ook opnieuw bepalen. In de praktijk zien mensen dit snel over het hoofd. Daarom is het handig als het systeem na een handmatige correctie ook de hieruit afgeleide gegevens automatisch opnieuw bepaalt. De afgeleide data krijgen ook een kwaliteitslabel mee. Als de brondata twijfelachtig zijn, is de afgeleide waarde dat vanzelfsprekend ook. Maar ook als de brondata betrouwbaar zijn, kunnen de afgeleide meetdata twijfelachtig zijn, namelijk als de omzetting onzekere parameters bevat. Meer informatie over het afleiden van parameters uit meetgegevens van: Neerslag Debieten
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.