We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
De gemeentelijke grondwatertaak is van toepassing als de gebruiksfunctie van de grond (zoals de woonfunctie) structureel is beperkt. Hiervan is sprake als het normale gebruik structureel wordt belemmerd. Net als voorheen de Waterwet omschrijft de Omgevingswet niet wat 'normaal' of 'structureel' inhoudt. Wat valt er nu binnen de grondwatertaak en wat niet?
Wat in elk geval buiten de grondwatertaak valt Volgens de toelichting bij de Wet gemeentelijke watertaken is de gemeentelijke grondwatertaak niet van toepassing op diep gelegen parkeergarages, tunnels en andere (grotendeels) ondergrondse bouwwerken die lijden onder de gevolgen van grondwater. Overlast bij ondergrondse bouwwerken als gevolg van de aanleg van bouwwerken in het grondwater (c.q. in de verzadigde zone) vraagt vooral om bo
Wat in elk geval buiten de grondwatertaak valt Volgens de toelichting bij de Wet gemeentelijke watertaken is de gemeentelijke grondwatertaak niet van toepassing op diep gelegen parkeergarages, tunnels en andere (grotendeels) ondergrondse bouwwerken die lijden onder de gevolgen van grondwater. Overlast bij ondergrondse bouwwerken als gevolg van de aanleg van bouwwerken in het grondwater (c.q. in de verzadigde zone) vraagt vooral om bouwkundige oplossingen. Een geschikte ontwateringsdiepte realiseren is feitelijk geen optie, omdat dan een te realiseren ontwateringsdiepte van enkele meters nodig zou zijn.1 Van belang hierbij is dat van gemeenten niet wordt verwacht dat zij een bepaalde grondwaterstand vastleggen of garanderen.2 Juridisch gezien hoeft de gemeente dan ook voor diepe bouwconstructies geen grondwaterstandregulerende maatregelen te treffen. Kelders worden in de toelichting (bij de Wet gemeentelijke watertaken) niet expliciet genoemd, maar het ligt voor de hand dat kelders en souterrains hier ook onder vallen; de grondwatertaak verandert immers niets aan de bouwregelgeving. Eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de goede staat van hun woning, inclusief kelders. Wie geen water in zijn kelder wil, moet dus zelf maatregelen treffen. De termen structureel en incidenteel In het Water- en rioleringsprogramma (Wrp, voorheen gemeentelijk rioleringsplan) kan de gemeente aangeven wat onder structureel valt en wat de ontwateringsdiepte moet zijn (zie Water- en rioleringsprogramma als hulpmiddel en referentiekader). Toch is er, ook bij de formulering in de Omgevingswet, bewust voor gekozen dat de nadelige gevolgen van de grondwaterstand structureel moeten zijn. Klimatologische omstandigheden (zoals af en toe extreme neerslag) kunnen leiden tot een tijdelijk hogere grondwaterstand. Hierdoor vermindert de gebruiksfunctie weliswaar even, maar dat betekent niet per definitie dat deze ook op de langere termijn wordt aangetast. Hiermee ligt een zeker (normaal maatschappelijk) risico bij de perceeleigenaar. Incidenteel moet hij dus een zekere mate van wateroverlast accepteren en/of daartegen zelf maatregelen treffen.3 Uit een uitspraak van de rechter blijkt ook dat wateroverlast als gevolg van hevige regen niet is aan te merken als een structureel nadelig gevolg zoals bedoeld in de wettelijke taakomschrijving.4 ___________________________________________________________ 1 Vgl. Kamerstukken II, 2005–2006, 30 578, nr. 3, p. 17 (Memorie van Toelichting bij de Wet gemeentelijke watertaken). Nb: daar waar 'van nature' al een grote ontwateringsdiepte aanwezig is, zal de aanleg van bijvoorbeeld een ondergrondse parkeergarage niet snel tot grondwateroverlastproblemen leiden. 2 Kamerstukken II, 2005–2006, 30 578, nr. 3, p. 18. 3 Kamerstukken II, 2005–2006, 30 578, nr. 3, p. 17. 4 Rechtbank Rotterdam, 23 november 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:9742.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.