We gebruiken cookies om de website specifiek voor u in te richten. Als u verder navigeert, accepteert u dat. Uw gedrag op onze website wordt vastgelegd en kan worden gebruikt ter verbetering van onze dienstverlening. Meer informatie over cookies
Sociale media
Cookies waarmee pagina´s van deze site op sociale netwerken gedeeld kunnen worden. Door deze cookies te accepteren, staat u sociale netwerken toe uw surfactiviteit te volgen.
Open het menu om verder te navigeren
Navigatie sluiten
Sla op in leeslijst Exclusief voor leden Maak pdf Exclusief voor leden
Aanvullend (veld)onderzoek is nodig als er niet genoeg informatie beschikbaar is om de grondwateronderzoeksvraag te kunnen beantwoorden.
Bepalen kennisleemte Er is vaak al veel informatie beschikbaar om een grondwateronderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. De eerste stap bij het beantwoorden van deze vraag is daarom het inventariseren van de beschikbare gegevens. Afhankelijk van de doelstellingen van het grondwateronderzoek kunnen er extra g
Bepalen kennisleemte Er is vaak al veel informatie beschikbaar om een grondwateronderzoeksvraag te kunnen beantwoorden. De eerste stap bij het beantwoorden van deze vraag is daarom het inventariseren van de beschikbare gegevens. Afhankelijk van de doelstellingen van het grondwateronderzoek kunnen er extra gegevens nodig zijn om de onderzoeksvragen op een onderbouwde wijze te kunnen beantwoorden. Een overzicht van benodigde gegevens per onderzoeksvraag vindt u op de pagina Relevantie gegevens afhankelijk van doel grondwateronderzoek. Vaak is het doel het krijgen van gedetailleerder inzicht in de grondwaterstanden, de bodemopbouw en klachten/ervaringen. Aanvullend (veld)onderzoek kan betrekking hebben op: Meten grondwaterstanden: Als uit de inventarisatie van beschikbare grondwatergegevens blijkt dat er onvoldoende peilbuizen met meetgegevens zijn om de onderzoeksvragen onderbouwd te kunnen beantwoorden, zijn er aanvullende peilbuizen nodig. Hoeveel peilbuizen er moeten komen, en op welke locatie, hangt af van het doel dat u wilt bereiken met de metingen. Onderzoek naar bodemopbouw en doorlatendheid: Voor een gedetailleerd inzicht in de opbouw van de bodem zijn aanvullende boringen en doorlatendheidsmetingen nodig. Onderzoek onder bewoners: enquête: Een enquête onder bewoners kan een goed instrument zijn om te weten te komen of zij overlast ervaren door hoog of juist laag grondwater. Een enquête is zinvol bij verkennend en verklarend onderzoek naar vermoedens van grondwateroverlast of -onderlast op straat-/wijkniveau. Via zo’n enquête kunt u er ook achter komen of de klachten daadwerkelijk grondwatergerelateerd zijn. Invloed onttrekkingen en infiltratievoorzieningen op grondwaterstand: Onttrekkingen en infiltratievoorzieningen hebben invloed op de lokale grondwaterstanden. Door gericht te meten krijgt u hier inzicht in. Hoe u deze metingen verricht en op welke plek u dit het beste kunt doen, hangt af van de onderzoeksvraag. Hoogte-inmeting: Met name in zettingsgevoelige gebieden is het belangrijk dat u met actuele NAP-hoogten werkt. Droge zomers zoals die de laatste jaren in Nederland nogal eens voorkomen, brengen in klei- en veengebieden een verhoogde kans op versnelde maaivelddaling met zich mee. U moet daarom regelmatig meten om de meetgegevens actueel te houden. Meten van neerslag: Bij het KNMI is veel informatie beschikbaar over neerslag. Als de KNMI-gegevens niet genoeg inzicht geven in de neerslag voor een specifieke onderzoeksvraag, kunt u zelf neerslag (laten) meten.
Exclusief voor leden
Geïnteresseerd in dit artikel? Log in!
En krijg toegang tot dit artikel en andere besloten delen van de website, met o.a. de kennisbank, beeldenbank en onderzoekspublicaties.