Aansluitverordening openbaar riool

Waarom een aansluitverordening? In het oude stelsel was een aparte verordening voor de aansluiting van perceelleidingen op het openbare riool niet per se nodig. Het aansluitvoorschrift uit het Bouwbesluit 2012 en de lozingsregels uit het Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah) waren voldoende om ongewenste lozingen te voorkomen en de ligging van perceelleidingen te sturen. Toch hebben veel gemeenten toen wél een 'aansluitverordening riolering' vastgesteld. Redenen hiervoor waren: Om de scheiding tussen de particuliere riolering en de openbare riolering vast te leggen: bij de perceelgrens, het ontstoppingsstuk of de aansluiting op de hoofdriolering. Vooral van belang om lastige discussies over eigendom en onderhoudskosten (bijvoorbeeld bij verstoppingen) te voorkomen. (Meer informatie over eigendom en beheer riolering.)  Om eisen te stellen aan de afvoervoorzieningen voor bedrijfsafvalwater en grondwater. Hierover regelde het Bouwbesluit immers niets, het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) overigens ook niet. Om eisen te stellen aan de manier waarop de particuliere aansluitleiding op de openbare riolering moet worden aangesloten. Let er op dat er vaak ook regels in de APV staan over het opbreken van de weg. Bij het maken van een aansluitleiding op de openbare riolering moet ook aan die regels worden voldaan. Om eisen te stellen aan het kleurgebruik van de aansluitleiding, om foutaansluitingen te voorkomen. Wat gebeurt er met de aansluitverordening? De gemeente kan de regels uit een aansluitverordening overzetten naar het omgevingsplan. Hiervoor heeft zij tot eind 2029 de tijd, dan moeten ook alle bruidsschatregels in het omgevingsplan zijn overgenomen dan wel (deels naar eigen inzicht) aangepast. Zet de gemeente de regels uit de aansluitverordening niet over voor de datum van inwerkingtreding van de wet, dan vervalt de aansluitverordening van rechtswege.